‘We gaan ze uitkleden op straat’. Nee, deze quote is
niet afkomstig van de voorman van een willekeurig goksyndicaat of drugskartel,
maar komt uit de mond van de korpschef van de Rotterdamse politie, Frank Paauw.[1]
De opmerkelijke uitspraak heeft betrekking op een proef die binnenkort in
Rotterdam-West zal aanvangen, waarbij agenten dure spullen mogen afpakken van
jongeren als deze niet kunnen verklaren hoe ze deze hebben bekostigd. Dit
profileren op patsergedrag en uiterlijk vertoon moet criminele jongeren leren
dat misdaad niet loont; de politie zegt zich immers te richten op een bepaalde
groep jongeren van wie bekend is dat zij zich een dergelijke levensstijl niet
door hun legale inkomsten kunnen veroorloven. Ook justitie doet mee, het OM zal
per individueel geval bepalen welke kledingstukken wel en niet in beslag mogen
worden genomen. Toch is er juist op de juridische haalbaarheid van de proef felle
kritiek, verschillende strafrechtadvocaten maakten het voorstel reeds met de
grond gelijk. Hun reacties variëren van ‘spierballentaal’ tot ‘simpelweg
ontoelaatbaar’.[2] Naast
het aantasten van de lichamelijke integriteit in de vorm van het ontdoen van
kleding bestaat volgens hen eveneens een zeer hoog risico op etnisch
profileren, een term die de Nationale Politie juist graag van zich af wil
schudden. Toch lijkt de omstreden proef doorgang te vinden, en ook de gemeenteraad
in Amsterdam is inmiddels geënthousiasmeerd door het idee.[3]
Maar hoe wenselijk zijn deze ‘patsercontroles’ nou echt?
Het juridische aspect
Ten eerste dient nader gekeken te worden naar de wettelijke
grondslag waarop deze aanhoudingen gebaseerd horen te zijn. De bevoegdheid om
een verdachte aan te houden buiten het geval van ontdekking op heterdaad wordt
gegeven in art. 54 Sr. Een cruciaal gegeven in dat artikel is dat degene die
wordt aangehouden verdachte behoort te zijn van enig strafbaar feit. De politie
in Rotterdam moet dus precies weten wie ze staande kunnen houden, en vooral ook
waarom. Het vergt zeer nauwkeurig opsporingswerk om te voorkomen dat iemand
zonder grondslag wordt aangehouden. Wanneer de verdachte is aangehouden mag hij
aan zijn kleding worden onderzocht op bewijsmateriaal krachtens art. 56 Sr.[4]
Voor inbeslagname van dit bewijsmateriaal is er een verscheidenheid aan mogelijkheden
voor de politie, maar degene die het meest van toepassing is op de patserproef
wordt omschreven in art. 94 Sv: ‘’Vatbaar
voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan
de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld
in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.’’
Bij deze bepaling dienen
echter wel behoorlijke kanttekeningen te worden geplaatst. Er moeten namelijk
ernstige bezwaren bestaan tegen de verdachte, en de inname moet in het belang
van het onderzoek zijn. Het
afpakken van kledingstukken omdat ze mogelijk met crimineel geld gefinancierd
zijn, is dus op zijn zachtst gezegd een zeer vrije interpretatie van de
wettekst. Wanneer een verdachte door het zich ontdoen van zijn kleding
(bijna) naakt komt te staan is dat zoals eerder genoemd bovendien een flinke
inbreuk op de lichamelijke integriteit. De agenten zullen zich dus aan hele
strikte regels moeten houden, en kunnen niet zomaar kledingstukken vorderen.
Zelfs bij een ‘redelijk vermoeden’ bestaat er nog de kans dat de afgepakte
kledingstukken als onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal gelden. Er moet
namelijk een directe link bestaan tussen de inbeslaggenomen kledingstukken en
de criminele activiteiten, en dat valt, tenzij het gaat om winkeldiefstal, erg
lastig te bewijzen.
De grondslag voor de inbeslagname is dus een flinke
oprekking van de wettekst, maar niet per definitie onrechtmatig. Toch zijn de
twijfels van de strafrechtadvocaten allesbehalve ongegrond, het is immers maar
de vraag of dergelijke inbeslagnames standhouden voor de strafrechter.
Het morele aspect
Het tweede grote punt van bezwaar gaat niet in op juridische
details maar is van morele aard, en betreft de selectie van verdachten op hun
dure merkkleding. Als het dragen van dure kleding het criterium is voor een
controle is dat vrij subjectief. Volgens strafrechtadvocaat Paul Verweijen,
gespecialiseerd op het gebied van etnisch profileren, ligt willekeur dan ook op
de loer bij de aanhoudingen: “Ik
weet nu al wie hier mee te maken krijgen: mensen met een donkere huidskleur. Ik
ben jong, blank en draag mooie kleren, maar zal nooit staande worden gehouden.
Mijn Turkse collega daarentegen, die regelmatig in de mooie auto van zijn baas
wordt aangehouden, is wel de klos.”
[5] Ook de Rotterdamse ombudsvrouw Anne Mieke Zwaneveld
voorziet deze gevaren en verwacht dat de controles zich vooral gaan richten op
jongeren met een migratieachtergrond. [6]
Deze zorgen zijn waarschijnlijk niet onterecht. Wanneer er,
zoals in dit geval, geen objectieve en heldere rechtvaardiging voor controles
is kunnen andere factoren een rol gaan spelen. De meest recente
criminaliteitscijfers van het CBS tonen aan dat personen met een Marokkaanse of
Antilliaanse achtergrond zes keer zo vaak verdacht zijn dan personen met een
Nederlandse achtergrond.[7]
Er bestaat een kans dat agenten zich bij deze controles (on)bewust dus ook
vaker op jongeren met een dergelijke achtergrond richten, de kans is namelijk
statistisch gezien groter dat zij door de politie verdacht worden van criminele
activiteiten. Dit sorteren op achtergrond gebeurde namelijk ook al bij
verkeerscontroles door de politie.[8]
De situatie die hier geschetst wordt noemen we etnisch profileren.
De
vermoedelijke aanpak zou haaks staan op de nieuwe weg die de Nationale Politie
onlangs is ingeslagen. In een nieuw handelingskader, dat eind december
met veel bombarie werd gepresenteerd, staat dat er voortaan alleen nog onderscheid gemaakt mag worden op grond van
huidskleur, afkomst of religie als daarvoor een ‘’objectieve rechtvaardiging”
bestaat. Daaronder verstaat de politie bijvoorbeeld een dadersignalement. Een
persoon controleren omdat diegene tot een groep behoort die in
misdaadstatistieken oververtegenwoordigd is, of omdat diegene ‘’niet
thuishoort” in een buurt, mag vanzelfsprekend niet meer.[9]
De politie zal dus niet meer lukraak
jongeren aan een controle kunnen onderwerpen, er moet echt een verdenking op de
persoon in kwestie rusten. Als iedere jongere met een dure jas gecontroleerd
zou worden is het eind immers zoek. Dit probleem wordt door de politie zelf
echter al opgelost, de controles zullen zich richten op een bepaalde groep
jongeren waarvan bekend is dat zij hun geld verdienen met criminele
activiteiten. De vraag is dan echter waarom de agenten het bij het simpelweg
innemen van kleding van de verdachte zullen laten, als er zoveel meer
mogelijkheden zijn. Waarom
vernederen, als straffen veel meer op zijn plaats is?
Het vonnis
De proef is op zijn zachtst
gezegd dus discutabel te noemen. Hoewel het idee misschien sterk lijkt zal het
in de praktijk lastig uitvoerbaar blijken. De zorgen en kritiek van experts
zijn dan ook terecht te noemen, en het lijkt me verstandig als de proef nog
eens met een kritische blik wordt bekeken alvorens deze zal aanvangen. De vraag
is namelijk of Nederland wel zit te wachten op nóg een Modepolitie.
[1] Zie https://www.trouw.nl/home/-rolexjacht-rotterdamse...
[2] [1] Zie https://www.ad.nl/rotterdam/zware-kritiek-op-afpakken-dure-kleren-van-jeugdige-patsers~a5d93972/
[3] Zie https://www.parool.nl/amsterdam/rotterdamse-patseraanpak-vindt-ook-steun-in-amsterdam~a4553804/
[4] Wanneer de verdachte vooraf is onderzocht aan zijn
kleding, hoeft dit niet altijd te leiden tot bewijsuitsluiting (Hof Den Haag,
23 april 2010, LJN: BM4475 en HR 7 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:36). Dit geldt
echter alleen in specifieke gevallen; deze controles zullen niet onder deze
regeling vallen.
[5] Zie https://www.trouw.nl/home/-rolexjacht-rotterdamse...
[6] Zie https://www.rijnmond.nl/nieuws/163194/Ombudsman-over-Rolex-controle-politie-Dit-gaat-te-ver
[7] Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2016/47/criminaliteit
[8] Zie https://www.volkskrant.nl/binnenland/hoge-raad-etnisch-profileren-in-verkeer-niet-toegestaan~a4406538/
[9] Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/11/etnisch-profileren-kan-nu-echt-niet-meer-a1584516
Verschenen in de NOVUM van februari 2018