De Rotterdamse modepolitie. Zijn zogeheten 'patsercontroles' wel wenselijk?

Geschreven door Jurian Bos op 07-02-2018

‘We gaan ze uitkleden op straat’. Nee, deze quote is niet afkomstig van de voorman van een willekeurig goksyndicaat of drugskartel, maar komt uit de mond van de korpschef van de Rotterdamse politie, Frank Paauw.[1] De opmerkelijke uitspraak heeft betrekking op een proef die binnenkort in Rotterdam-West zal aanvangen, waarbij agenten dure spullen mogen afpakken van jongeren als deze niet kunnen verklaren hoe ze deze hebben bekostigd. Dit profileren op patsergedrag en uiterlijk vertoon moet criminele jongeren leren dat misdaad niet loont; de politie zegt zich immers te richten op een bepaalde groep jongeren van wie bekend is dat zij zich een dergelijke levensstijl niet door hun legale inkomsten kunnen veroorloven. Ook justitie doet mee, het OM zal per individueel geval bepalen welke kledingstukken wel en niet in beslag mogen worden genomen. Toch is er juist op de juridische haalbaarheid van de proef felle kritiek, verschillende strafrechtadvocaten maakten het voorstel reeds met de grond gelijk. Hun reacties variëren van ‘spierballentaal’ tot ‘simpelweg ontoelaatbaar’.[2] Naast het aantasten van de lichamelijke integriteit in de vorm van het ontdoen van kleding bestaat volgens hen eveneens een zeer hoog risico op etnisch profileren, een term die de Nationale Politie juist graag van zich af wil schudden. Toch lijkt de omstreden proef doorgang te vinden, en ook de gemeenteraad in Amsterdam is inmiddels geënthousiasmeerd door het idee.[3] Maar hoe wenselijk zijn deze ‘patsercontroles’ nou echt?

Het juridische aspect
Ten eerste dient nader gekeken te worden naar de wettelijke grondslag waarop deze aanhoudingen gebaseerd horen te zijn. De bevoegdheid om een verdachte aan te houden buiten het geval van ontdekking op heterdaad wordt gegeven in art. 54 Sr. Een cruciaal gegeven in dat artikel is dat degene die wordt aangehouden verdachte behoort te zijn van enig strafbaar feit. De politie in Rotterdam moet dus precies weten wie ze staande kunnen houden, en vooral ook waarom. Het vergt zeer nauwkeurig opsporingswerk om te voorkomen dat iemand zonder grondslag wordt aangehouden. Wanneer de verdachte is aangehouden mag hij aan zijn kleding worden onderzocht op bewijsmateriaal krachtens art. 56 Sr.[4] Voor inbeslagname van dit bewijsmateriaal is er een verscheidenheid aan mogelijkheden voor de politie, maar degene die het meest van toepassing is op de patserproef wordt omschreven in art. 94 Sv: ‘’Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.’’

Bij deze bepaling dienen echter wel behoorlijke kanttekeningen te worden geplaatst. Er moeten namelijk ernstige bezwaren bestaan tegen de verdachte, en de inname moet in het belang van het onderzoek zijn. Het afpakken van kledingstukken omdat ze mogelijk met crimineel geld gefinancierd zijn, is dus op zijn zachtst gezegd een zeer vrije interpretatie van de wettekst. Wanneer een verdachte door het zich ontdoen van zijn kleding (bijna) naakt komt te staan is dat zoals eerder genoemd bovendien een flinke inbreuk op de lichamelijke integriteit. De agenten zullen zich dus aan hele strikte regels moeten houden, en kunnen niet zomaar kledingstukken vorderen. Zelfs bij een ‘redelijk vermoeden’ bestaat er nog de kans dat de afgepakte kledingstukken als onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal gelden. Er moet namelijk een directe link bestaan tussen de inbeslaggenomen kledingstukken en de criminele activiteiten, en dat valt, tenzij het gaat om winkeldiefstal, erg lastig te bewijzen.

De grondslag voor de inbeslagname is dus een flinke oprekking van de wettekst, maar niet per definitie onrechtmatig. Toch zijn de twijfels van de strafrechtadvocaten allesbehalve ongegrond, het is immers maar de vraag of dergelijke inbeslagnames standhouden voor de strafrechter.

Het morele aspect
Het tweede grote punt van bezwaar gaat niet in op juridische details maar is van morele aard, en betreft de selectie van verdachten op hun dure merkkleding. Als het dragen van dure kleding het criterium is voor een controle is dat vrij subjectief. Volgens strafrechtadvocaat Paul Verweijen, gespecialiseerd op het gebied van etnisch profileren, ligt willekeur dan ook op de loer bij de aanhoudingen: “Ik weet nu al wie hier mee te maken krijgen: mensen met een donkere huidskleur. Ik ben jong, blank en draag mooie kleren, maar zal nooit staande worden gehouden. Mijn Turkse collega daarentegen, die regelmatig in de mooie auto van zijn baas wordt aangehouden, is wel de klos.” [5] Ook de Rotterdamse ombudsvrouw Anne Mieke Zwaneveld voorziet deze gevaren en verwacht dat de controles zich vooral gaan richten op jongeren met een migratieachtergrond. [6]

Deze zorgen zijn waarschijnlijk niet onterecht. Wanneer er, zoals in dit geval, geen objectieve en heldere rechtvaardiging voor controles is kunnen andere factoren een rol gaan spelen. De meest recente criminaliteitscijfers van het CBS tonen aan dat personen met een Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond zes keer zo vaak verdacht zijn dan personen met een Nederlandse achtergrond.[7] Er bestaat een kans dat agenten zich bij deze controles (on)bewust dus ook vaker op jongeren met een dergelijke achtergrond richten, de kans is namelijk statistisch gezien groter dat zij door de politie verdacht worden van criminele activiteiten. Dit sorteren op achtergrond gebeurde namelijk ook al bij verkeerscontroles door de politie.[8] De situatie die hier geschetst wordt noemen we etnisch profileren.

De vermoedelijke aanpak zou haaks staan op de nieuwe weg die de Nationale Politie onlangs is ingeslagen. In een nieuw handelingskader, dat eind december met veel bombarie werd gepresenteerd, staat dat er voortaan alleen nog onderscheid gemaakt mag worden op grond van huidskleur, afkomst of religie als daarvoor een ‘’objectieve rechtvaardiging” bestaat. Daaronder verstaat de politie bijvoorbeeld een dadersignalement. Een persoon controleren omdat diegene tot een groep behoort die in misdaadstatistieken oververtegenwoordigd is, of omdat diegene ‘’niet thuishoort” in een buurt, mag vanzelfsprekend niet meer.[9]

De politie zal dus niet meer lukraak jongeren aan een controle kunnen onderwerpen, er moet echt een verdenking op de persoon in kwestie rusten. Als iedere jongere met een dure jas gecontroleerd zou worden is het eind immers zoek. Dit probleem wordt door de politie zelf echter al opgelost, de controles zullen zich richten op een bepaalde groep jongeren waarvan bekend is dat zij hun geld verdienen met criminele activiteiten. De vraag is dan echter waarom de agenten het bij het simpelweg innemen van kleding van de verdachte zullen laten, als er zoveel meer mogelijkheden zijn. Waarom vernederen, als straffen veel meer op zijn plaats is?

Het vonnis
De proef is op zijn zachtst gezegd dus discutabel te noemen. Hoewel het idee misschien sterk lijkt zal het in de praktijk lastig uitvoerbaar blijken. De zorgen en kritiek van experts zijn dan ook terecht te noemen, en het lijkt me verstandig als de proef nog eens met een kritische blik wordt bekeken alvorens deze zal aanvangen. De vraag is namelijk of Nederland wel zit te wachten op nóg een Modepolitie.  

[1] Zie https://www.trouw.nl/home/-rolexjacht-rotterdamse... [2] [1] Zie https://www.ad.nl/rotterdam/zware-kritiek-op-afpakken-dure-kleren-van-jeugdige-patsers~a5d93972/ [3] Zie https://www.parool.nl/amsterdam/rotterdamse-patseraanpak-vindt-ook-steun-in-amsterdam~a4553804/ [4] Wanneer de verdachte vooraf is onderzocht aan zijn kleding, hoeft dit niet altijd te leiden tot bewijsuitsluiting (Hof Den Haag, 23 april 2010, LJN: BM4475 en HR 7 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:36). Dit geldt echter alleen in specifieke gevallen; deze controles zullen niet onder deze regeling vallen. [5] Zie https://www.trouw.nl/home/-rolexjacht-rotterdamse... [6] Zie https://www.rijnmond.nl/nieuws/163194/Ombudsman-over-Rolex-controle-politie-Dit-gaat-te-ver [7] Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2016/47/criminaliteit [8] Zie https://www.volkskrant.nl/binnenland/hoge-raad-etnisch-profileren-in-verkeer-niet-toegestaan~a4406538/ [9] Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/11/etnisch-profileren-kan-nu-echt-niet-meer-a1584516

Verschenen in de NOVUM van februari 2018

Terug naar nieuwsoverzicht