Een nieuw academisch jaar staat alweer voor de deur en dat betekent voor onze prachtige Faculteit der Rechtsgeleerdheid,
onder de meesten bekend als het KOG, aan de Steenschuur
25 in Leiden dat vele nieuwe gezichten verwelkomd mogen
worden. Ook ik zet hier met veel enthousiasme mijn master
‘Recht en digitale technologie’ voort. Althans, ik heb al eerder
het genoegen gehad om de Universiteit Leiden als student
te mogen verkennen gedurende mijn tijd als bachelorstudent
Rechtsgeleerdheid — drie jaren waar ik met veel plezier
op terugkijk—, maar die toch ook wel een aantal dringende
vragen bij mij heeft opgeroepen over de waarde van de
rechtenstudie in dit digitale en door productiviteit gedreven
tijdperk. Leidt de universitaire rechtenstudie ons eigenlijk wel
op tot toekomstbestendige juridische professionals? Is de
universitaire rechtenstudie eigenlijk wel ‘future-proof’?
De juridische praktijk is veranderd
Ik herinner mij de eerste dag van mijn studie nog heel goed. Het was de eerste dag van de introductieweek en deze ging direct van start met een inleidende bijeenkomst
in zaal 04\05 van het Gorlaeus gebouw onder de begeleiding van verschillende
faculteitsmedewerkers. Als net geslaagde middelbare scholier reisde ik vanuit
Amsterdam Zuid met de trein naar Leiden Centraal om daar uiteraard veel te vroeg
bij de collegezaal te arriveren. Hoewel de COVID-19 pandemie wat dit betreft een
heleboel wat voorheen als ‘normaal’ werd ervaren fundamenteel heeft veranderd,
zal ik de uiteindelijk overvolle collegezaal met ruim duizend rechtenstudenten, de
één nog ambitieuzer dan de ander, nooit meer vergeten.
Ik begon aan mijn studie Rechtsgeleerdheid, afstudeerrichting International Business Law, met de ambitie om uiteindelijk met een bachelor en masterdiploma
op zak een traditioneel carrièrepad bij een advocatenkantoor of overheidsinstantie
te bewandelen. Vier jaar later lijkt de praktijk van de juridische professional echter
ietwat veranderd te zijn. Vandaag de dag wordt de juridische praktijk namelijk in
toenemende mate gedreven door technologie en efficiëntie, woorden die voorheen
binnen het juridische vakgebied als ‘taboe’ werden — en zelfs vandaag de dag nog geregeld worden — bestempeld. Daar cliënten zich ertoe zetten zich aan te passen aan de realiteit van
onze fundamenteel veranderde en veranderende wereld,
wordt een vergelijkbare transformatie van de huidige
en toekomstige juridische professionals geëist. De
universitaire rechtenstudie zoals wij die vandaag de dag
kennen, lijkt wat dit laatste betreft echter enigszins tekort
te schieten.
De universitaire rechtenstudie: ‘future-proof’?
Zowel de LL.B. als ook de LL.M. leren ons eerst en vooral om te denken en werken als academisch
opgeleide juristen. Zij geven ons, zoals dat al decennia
lang het geval is, de fundamentele ‘basics’ van het recht
mee (de oorsprong, basisprincipes en structuur van het
recht) en bieden ons de ruimte om deze principes op
een academische wijze te benaderen en toe te passen.
Bovendien brengt de rechtenstudie ons de vaardigheden
van juridisch redeneren, onderzoeken en argumenteren
bij, zonder ooit stil te staan bij wat de praktijk
daadwerkelijk van juridische professionals eist wat betreft kennis en vaardigheden. Hoe zit het met technologische bekwaamheid, creativiteit, bedrijvigheid, marketing en
leiderschap? Welke alternatieve carrièrepaden bestaan
er en waarom wordt er niet meer aandacht besteed
aan het belang van interdisciplinariteit? Hoewel ik de
waarde van de universitaire rechtenstudie absoluut niet
wil ondermijnen en de voornoemde ‘basics’ dan ook
als de kern hiervan acht, roept dit bij mij echter wel de
vraag op of de universitaire rechtenstudie zoals die nu
is vormgegeven studenten daadwerkelijk voorbereidt
om uiteindelijk toe te treden tot de door technologie en
efficiëntie gedreven arbeidsmarkt. En ik ben zeker niet
de enige.
De literatuur wijst uit dat de juridische praktijk zich van nature conservatief heeft opgesteld, omdat wet- en
regelgeving van nature gebaseerd zijn op precedenten.
Daar advocatenkantoren en juridische bedrijfsafdelingen
zich twintig jaar geleden nog sterk verzetten tegen
aanzienlijke investeringen in technologie, is het nu haast
ondenkbaar dat technologie-producten als e-signing
software, document drafting, review en automation software, document en contract workflow management software en cloud-based diensten — om slecht enkele
voorbeelden te noemen — in het recente verleden
überhaupt niet bestonden.
Sterker nog, de noodzakelijke samenwerking tussen de juridische sector en technologie werd nog eens
verder benadrukt tijdens de COVID-19 pandemie.
De impact van de pandemie op de juridische praktijk
is buitengewoon ingrijpend gebleken en heeft tot
fundamentele veranderingen geleid in zowel de levering
van juridische diensten, alsook de rechtspraak.
Ondanks de economische uitdagingen die deze periode heeft geleverd, heeft het recentelijk gepubliceerde 2021
Future Ready Lawyer rapport van Wolters Kluwer tevens
uitgewezen dat 61% van juridische dienstverleners
(waaronder advocatenkantoren en juridische
bedrijfsafdelingen), gemeten op basis surveys verspreid
onder 700 juridische professionals in negen Europese
landen en de Verenigde Staten, van plan is om binnen de
komende drie jaar extra te investeren in technologie Dit
in vergelijking met 56% in 2020. Het rapport bevestigt
daarnaast dat juridische professionals de digitale
transformatie beschouwen als een belangrijke drijfveer
voor verbeterde prestaties, efficiëntie en productiviteit
en dat de toegenomen investeringen in technologische
oplossingen logischerwijs zal worden voortgezet.
Bovendien is de verwachte impact van transformationele
technologieën, waaronder Big Data, Predictive Analytics,
Artificial Intelligence, Machine Learning en robotische
proces-automatisering, ook substantieel toegenomen
ten opzichte van 2020, hoewel maar liefst minder dan
een derde van de respondenten heeft aangeven deze
technologieën ook daadwerkelijk goed te begrijpen.
Law School 2.0.
In reactie hierop pogen zowel gevestigde organisaties, alsook meer recent in het leven geroepen initiatieven,
dit probleem vroegtijdig aan te pakken door
rechtenstudenten de mogelijkheid te bieden de nodige
kennis en vaardigheden op te doen in aanvulling op de
reguliere rechtenstudie. Zo biedt de rechtenfaculteit aan
de Universiteit Leiden een assortiment aan keuzevakken
dat het snijvlak van recht en digitale technologie verkent.
Een ander voorbeeld is de rechtenfaculteit aan de Universiteit van Wenen die zelfs een pilot heeft
ontworpen voor een volledig nieuw curriculum dat zowel
traditionele, als tech-gerelateerde vakken tot de opleiding rekent en daarnaast ook vaardigheidstrainingen biedt in de vorm van cursussen ‘programmeren voor juristen’ en
zogeheten ‘legal hackathons’. Maar denk bijvoorbeeld
ook aan het uit de Verenigde Staten afkomstige Law
Without Walls-Initiatief, een deels virtueel initiatief
dat erop gericht is innovatie in de juridische sector te
stimuleren en, belangrijker nog, kritische vraagtekens te
plaatsen bij de mentaliteit, vaardigheden en het gedrag
van juridische professionals en deze nader vorm te geven.
Of neem bijvoorbeeld Law School 2.0., een initiatief
waar ik met veel plezier aan meewerk en dat middels
een voorzichtig samengesteld LegalTech programma
(de LegalTech Vacation Scheme) rechtenstudenten in
staat stelt technologie toe te passen en te begrijpen in
de hoop hen daarmee voor te bereiden op de toekomst
van de juridische praktijk. De vraag die uiteindelijk zal
resteren is: wie is daadwerkelijk klaar voor en voldoende
voorbereid op de toekomst? Het antwoord op deze vraag
ligt mijns inziens bij ons, bij de rechtenfaculteit, de
beroepsorganisaties en de open markt — maar ook zeker
bij de student.
Om tot slot terug te komen op mijn tijd als bachelorstudent Rechtsgeleerdheid: naast de overvolle collegezaal zijn ook
de woorden van een van de tijdens de eerste bijeenkomst
van mijn introductieweek aanwezige professoren mij
tot op heden in grote lijnen bijgebleven. Hij zei iets in
de trant van: ‘gebruik je studententijd uiteraard om te
leren voor je tentamens, maar kijk vooral ook verder dan
dat. Ontwikkel andere vaardigheden en verken buiten
je studie om zoveel mogelijk andere activiteiten’. Met
het oog op de toekomst, wil ik jullie dezelfde woorden
meegeven in het kader van de ‘kick-off’ van dit nieuwe
academische jaar. Veel succes toegewenst!