In Amsterdam bevindt zich het statige
pand van het advocatenkantoor Prakken d’Oliveira Human
Rights Lawyers. Prakken d’Oliveira – voorheen
Böhler Advocaten – heeft zich gespecialiseerd in mensenrechten
en is momenteel het enige advocatenkantoor met
deze hoofdspecialisatie. We spreken met mw. prof. dr.
Liesbeth Zegveld.
U bent mensenrechtenadvocaat. Een van uw bekendste zaken is de zaak Nuhanovic vs. de Staat, waarin u de nabestaanden van
drie slachtoffers in Srebrenica bijstaat. Wat houdt uw werk precies in?
Als
mensenrechtenadvocaat treed je voornamelijk op in zaken waar fundamentele
mensenrechten worden geschonden. Met mensenrechten worden de rechten bedoeld
die in het EVRM zijn vastgelegd, maar ook de Nederlandse grondrechten. Ook moet
men zich beseffen dat dergelijke zaken niet per se uitsluitend publiekrechtelijk
zijn. Bedrijven bevinden zich weliswaar in de private sector, maar de grote
bedrijven spelen wel steeds vaker een steeds grotere publieke rol omdat ze
zulke machtige spelers zijn. Aan de andere kant van de tafel heb je dan vrijwel
altijd het individu, soms een enkeling en soms een collectief. Maar we staan in
dergelijke zaken altijd de kleine man bij. Sommige conflicten kunnen een enorm
bolwerk van politieke macht en spelletjes zijn, maar aan het einde van de dag
zijn alle spelers ook gewoon mensen en hebben alle spelers altijd
mensenrechten. Dit betekent dat het pleiten voor mensenrechten zeker in
juridische zin absoluut zin heeft. We vechten gelukkig niet tegen de bierkaai.
U komt vrijwel alleen voor de kleine
partijen op. Mr. Bert-Jan Houtzagers (red.:
de landsadvocaat) komt bijvoorbeeld alleen op voor de grote partijen. Kunt
u deze onbesproken verdeeldheid waarderen?
Ja,
ik vind het zeker mooi. Ik kan het goed met hem vinden, ondanks het feit dat ik
regelmatig tegenover hem sta. Maar ik kan ook zeker het belang inzien van de
argumenten die hij noemt. Het is niet zo dat ik vind dat het goed of slecht is
als je een bepaalde partij wel of niet vertegenwoordigt. Het is belangrijker om
een goede balans te vinden tussen de zakelijke en de idealistische advocaat.
Louter idealisme lijkt me niet geweldig en het is bijvoorbeeld ook niet zo dat
ik vind dat de zakelijkere advocaat geen idealen heeft. Het is vaak de
diversiteit van stemmen die een zaak tot een mooi geheel maakt. Daar vloeit uit
voort dat elke stem wel vertegenwoordigd dient te worden om het überhaupt mooi
te kunnen maken. De vertegenwoordiging van deze stem past goed bij mij en zo
heeft iedereen zijn of haar eigen ding. Ik treed inderdaad vaak op tegen
Nederland en dat wordt me wel eens duidelijk gemaakt. Momenteel ben ik namens
Indonesische nabestaanden bezig met een zaak tegen Nederland en omdat er ook
ontzettend veel Nederlanders het leven hebben gelaten in Indonesië wordt er wel
eens gezegd dat het zoveel jaar na dato wel genoeg moet zijn met het procederen
tegen Nederland. Maar goed, dat is een hele andere kwestie eigenlijk. Het is
absoluut niet zo dat we de Nederlandse Staat principieel niet zouden willen
vertegenwoordigen.
Denkt u dat de gemiddelde advocaat van nu
te weinig opkomt voor de kleine man?
Er
zijn uiteraard zeer veel goede strafrechtadvocaten die opkomen voor de zwakkere
partij, maar het verbaast me wel een beetje dat we het enige Nederlandse advocatenkantoor
zijn die dit doet. In Engeland, Frankrijk en Amerika heb je veel meer advocaten
die voor de mensenrechten opkomen. De sociale
component van de advocatuur begint wel een grotere rol te krijgen, maar het is
nu nog wel een beetje magertjes. In Nederland is de gefinancierde rechtsbijstand
redelijk geregeld, daar ligt het niet aan. Maar indien je kiest voor de sociale
advocatuur moet je het wel zelf opbouwen. Dus als je eerst kiest voor een goede
opleiding bij een groot kantoor ben je daarna in elk geval kundig genoeg en kan
je van koers veranderen, maar waarschijnlijk ben je dan wel gewend geraakt aan
een rianter salaris. Ik denk dat dit het knelpunt is, want ik kan me goed
voorstellen dat het stapje terug in inkomen niet altijd makkelijk is.
Welke ontwikkelingen ziet u in uw
vakgebied? Welke doelen heeft u voor ogen?
Als
private praktijk is het lastig om te zeggen dat je de wereld wilt en gaat
verbeteren, maar met soortgenoten is het mogelijk om ervoor te zorgen dat
bijvoorbeeld oorlogsslachtoffers hun rechtsherstel krijgen. Veel mensen denken
overigens dat oorlogsslachtoffers altijd een beetje zielig en arm zijn, wat
niet zo is. Het zijn ook de goed ontwikkelde groepen die iets verschrikkelijks
hebben meegemaakt en het is mogelijk om echt wat voor hen te kunnen betekenen. Niemand
is almachtig in deze wereld en niemand kan eigenhandig zorgen voor pais en
vree, maar als iedereen een goede bijdrage levert komen we in elk geval een
flink eind in de goede richting.
Gelukkig
zie je ook wel dat alle kleine beetjes echt helpen. In vergelijking met andere
landen is de implementatie van internationale rechtsnormen wat lastig, men is
er nog niet gewend aan dat internationaalrechtelijke zaken door een advocaat in
een rechtbank worden bepleit. Men denkt daarbij eerder aan de VN als zulke
zaken spelen. In de Srebrenica-zaak was dat ook heel nieuw. Maar het begint te
komen. Je ziet natuurlijk erg veel onrecht dat niet bestraft wordt, maar het is
gelukkig niet zo dat het onrecht altijd onbestraft blijft. De burger ziet
misschien niet zo snel wat de impact van bepaalde uitspraken kan zijn. De
uitspraak van de Hoge Raad waarin de Nederlandse Staat aansprakelijk is gesteld
in de Srebrenica-zaak is natuurlijk een precedentzaak en zo zullen er meer
volgen. Ook de verjaring opzij zetten in geval van oorlogsmisdrijven is een
enorme vooruitgang.
Ook de Shell vs. Nigeria-zaak in 2008 was
uniek omdat een Nederlandse multinational voor het eerst in eigen land voor de
rechter werd gedaagd. Kunnen dergelijke pionierszaken het verschil maken?
Wat
mij betreft moet er geen twijfel over bestaan dat Shell een enorme invloed kan
uitoefenen op het reilen en zeilen binnen Nigeria. Als een groot bedrijf zich
vestigt in een land waarvan hij bij voorbaat al weet dat de overheid geen
machtige partij is, springt hij immers in het gat dat de overheid heeft laten
vallen. De dan verkregen macht zou hij nooit kunnen krijgen in een westers land
en daar komt gewoon een bepaalde verantwoordelijkheid bij kijken. Bedrijven
worden ook niet aangesproken op hun passieve nalaten, maar op hun actieve
handelen. De grootte van dergelijke ondernemingen brengt weliswaar met zich mee
dat ze misschien niet snel zullen veranderen, maar je ziet nu dat er steeds
meer aandacht komt voor de corporate
social responsibility. Als grote bedrijven ergens allergisch voor zijn, is
het wel een slechte reputatie. Dergelijke rechtszaken dragen daar aan bij.
Misschien dat grote bedrijven juist nog beter aanspreekbaar zijn omdat ze de
consequenties van een slechte reputatie rechtstreeks in hun portemonnee kunnen
voelen.
Hoe heeft u in uw studententijd
geanticipeerd op uw huidige carrière?
Tijdens
mijn studie heb ik niet zo bijzonder veel gedaan. Ik ben student-assistent
geweest, maar heb ik geen hoogdravend cv opgebouwd. Je moet tijdens je
studietijd niet teveel willen doen. Het leven is kort, maar het leven is ook
weer lang. Als je de neiging hebt om elke minuut te willen vullen, kun je niet
tot jezelf komen. Je komt jezelf vooral tegen als je niks aan het doen bent. Je
moet erachter komen wie je bent en wat je echt belangrijk vindt. Carrière
blijven maken en geld verdienen blijft niet voor de rest van je leven de
topprioriteit, je zult op gegeven moment beroep moeten doen op je intrinsieke
motivatie. Dan kun je wel een heel ander carrièrepad inslaan, maar wie draait
dat roer nu 180 graden om? Al heb ik natuurlijk wel makkelijk praten, want dit
zijn andere tijden. Als je op je dooie gemakje alleen studeert en je daarna
zonder nevenactiviteiten op de arbeidsmarkt stort, is het inderdaad mogelijk
dat je moeite hebt met het vinden van een baan. Erachter komen wie je bent is
een persoonlijk proces dat zich niet makkelijk laat vertalen op een cv. Hier
geven wij overigens weinig om prachtige cv’s. Je intelligentie wordt er niet
mee verhoogd en je drive ook niet echt. Maar wat je nu wel eens ziet is dat
mensen die erg veel te bieden hebben helaas werkloos zijn. Ontzettend zonde
natuurlijk, maar als je wat te bieden hebt moet je denk ik ook het vertrouwen
hebben dat het wel goed komt. Ook ik had geen idee waar ik terecht zou komen.
Maar die onzekerheid is niet het einde van de wereld. Het lef hebben om even
stil te zitten – dan val je maar even buiten die boot – vind ik
belangrijker.
Wat zou u de Leidse rechtenstudent willen
meegeven?
Mijn
belangrijkste advies heb ik al gegeven denk ik. Maar het is ook belangrijk om
te beseffen dat de maatschappij zoals wij die kennen geen gegeven is. We kunnen
niet zeggen dat we al generaties lang geen oorlog kennen. En ik procedeer dan wel
tegen de Staat, maar ik ben ook dankbaar voor het feit dat ons juridisch
systeem dat mogelijk maakt. De maatschappij wordt door de mens gemaakt en we
kunnen de maatschappij niet draaiende blijven houden als we constant op de
korte termijn denken en gaan voor het grote geld. Het kan allemaal kapot. Niet
per se door een oorlog, maar ook een bankencrisis eist zijn tol. We moeten ons
blijven inzetten voor de maatschappij en niet alleen denken aan onszelf.