Peur à Paris
Ik voel me ontheemd. Gisteravond
dacht ik voor een gezellig avondje naar mijn ouders te gaan. Samen met mijn
moeder keek ik de wedstrijd van Nederland tegen Wales, en toen die was
afgelopen, zapten we traditiegetrouw door naar Nederland 2, waar Nieuwsuur dan
bezig is. We schrokken hevig toen we zagen dat er een aanslag in Parijs was
geweest, die wel 18 mensen het leven gekost zou hebben. Dat dat aantal
drastisch zou oplopen, wisten we toen nog niet. Ook was er een gijzeling gaande
in de beroemde concertzaal Bataclan. Iemand die in de concertzaal aanwezig was
postte dat iedereen er één voor één werd gedood.
Quelle horreur, wat een
verschrikking.
Hoe vergelijkbaar was de situatie
bij ons thuis met die van 10 maanden eerder. Charlie Hebdo, de gijzeling, de
drukkerij en de Joodse supermarkt. Het staat nog allemaal vers op ons netvlies
gebrand. Met open mond keken mijn ouders en ik televisie en dachten we aan het
feit dat we precies een week later naar Parijs zouden afreizen. Ik zou namelijk
een half jaar in Parijs gaan studeren. Toch verschilt de situatie van nu
wezenlijk van de situatie van toen. Charlie Hebdo bracht een schok teweeg, vol
afgrijzen en ongeloof werd ons een
massacre op de redactie van een satirisch
weekblad, dat de profeet Mohammed vaak op de hak nam, voorgeschoteld. Het leek
een aanval te zijn op een zeer specifiek doelwit. De boodschap leek te zijn:
met de profeet valt niet te spotten, daar betaalt u nu de prijs voor. Destijds
ging de aandacht dan ook uit naar het behoud van een van onze meest dierbare
goederen, de vrijheid van meningsuiting.
De aanslagen die zich gisteravond
hebben voorgedaan waren anders in meerdere opzichten. De aanvallen richtten
zich niet tegen een specifiek doelwit, maar leken zeer willekeurig te zijn
gericht tegen mensen die plezier maken. Bovendien moeten we ons nu niet alleen
zorgen maken om onze vrijheid van meningsuiting, maar ook om de vrijheid om ons
vrijelijk te bewegen en bovenal om ons te vermaken: naar een wedstrijd van het
nationale voetbalelftal kijken, naar een concert gaan en gezellig met vrienden
of collega’s op een terras zitten.
Toch is er voor mij persoonlijk een nog
groter verschil tussen de situatie van toen en die van nu. Natuurlijk zijn de
gebeurtenissen op zich vreselijk en beseffen de meeste mensen dit, maar toen ik
vanochtend over de Leidse markt struinde, merkte ik dat het niet écht leefde
onder de bevolking. Mensen lachten en stonden gezellig met elkaar te kletsen. Dat
is ook niet gek. Hoewel Parijs dichtbij is, blijft het een buitenlandse stad,
een redelijk-ver-van-mijn-bed-show. Hoe anders beleef ik deze aanval na 6
maanden als een
Parisienne door het leven te zijn gegaan. Ik ken
ontzettend veel mensen die gisteravond ergens in de stad, misschien wel in
paniek, hun toevlucht hebben moeten zoeken tot een veilige plek. En ook de
straatbeelden die op televisie worden uitgezonden zijn zo vertrouwd; de
straatnaambordjes, het
trottoir en de
métropolitain. Hoe vaak heb ik wel
niet in het elfde arrondissement rondgelopen, ben ik daar naar bars geweest of
heb ik aan het Canal Saint-Martin gezeten met vrienden, een fles wijn en wat
stokbrood. Allemaal op een steenworp afstand van waar nu de meest
verschrikkelijke terreurdaden zijn gepleegd.
Het tiende en elfde arrondissement
zijn bij toeristen niet de meest bekende. Het elfde staat in Parijs bekend als
een arrondissement waar voornamelijk geleefd wordt. Er wonen gezinnen en er
zijn veel uitgaansgelegenheden. In deze buurten is het klassieke Parijs, dat
iedereen kent van
la Tour Eiffel,
la Notre Dame en
la Seine, ver
te zoeken. Het Canal Saint-Martin is hip. ’s Avonds vertoeven er veel jongeren
die hard muziek aan hebben staan, zitten er drugsverslaafden en zijn er mensen
in allerlei soorten en maten te vinden die zich op elk hun eigen manier weten
te vermaken. Er heerst een gemoedelijke sfeer met een rauw randje. Een groter
contrast met de Seine is er bijna niet. Waar het Parijs ‘voor toeristen’ toch
vooral statig is, wordt er aan het Canal Saint-Martin echt geleefd. Ditzelfde
geldt voor heel het tiende en elfde arrondissement.
Dat de aanslagen nou net hier
gepleegd zijn is dus eigenlijk niet zo verbazingwekkend. Waar het misschien
meer voor de hand ligt het Louvre te bombarderen, omdat daar voor onschatbare
waarde aan kunst hangt, of de Assemblée Nationale op te blazen vanwege de
politieke lading die dit mee zou brengen, is door de terroristen gekozen voor
de wijken waar
les Parisiens dagelijks komen. Dit is waar de gewone
Parijzenaar vertoeft. Er zijn concertzalen, vele terrasjes en barretjes en
bovenal maken mensen er plezier. Eigenlijk zijn dit de ideale plekken om de
uitoefening van terreur het beste tot haar recht te laten komen. Terroristen
zijn er op uit mensen bang te maken en dat slaagt het beste wanneer ze deze
bangmakerij kunnen bewerkstelligen als mensen in hun comfortzone zitten: borrelend
op een terrasje, meezingend bij een concert, of argeloos rondslenterend. Die
wereld, die baken van ultieme veiligheid, is gisteravond ruw doorbroken.
Toch zal ik over twee weken gewoon
in de Thalys stappen voor mijn geplande weekend naar mijn geliefde Parijs. Ik
zal teruggaan naar de plekken waar ik zo van het leven heb kunnen genieten, het
tiende en elfde arrondissement incluis. Juist nu bangmakerij de samenleving in haar
greep wil houden, moet je erop uit, je verzetten tegen het stemmetje dat je
diep van binnen influistert dat het misschien veiliger is om die avond thuis te
blijven. Je moet juist nu vooral de dingen doen die je normaliter ook gedaan
zou hebben. Alleen op die manier kun je de strijd winnen van de terreur. Alleen
op die manier zal men in de stad die een half jaar lang mijn thuis is geweest
het gewone leven weer kunnen oppakken. Parijs zal zich weerbaar moeten tonen.
Dat Parijs dat zal doen, weet ik zeker. De stad is divers en zelfverzekerd. Dat
kan niet misgaan.
Onthutst zat ik gisteravond op de
bank. Slapen kon ik niet. Gelukkig zijn de mensen die ik in Parijs ken veilig.
Toch is de
choque voor mij enorm. Ik ken er de straten, de geuren, het leven. Mijn
Parijs, het bloedt. Ook al zal Parijs de klap te boven komen, het doet me pijn,
op meer manieren dan ik had kunnen denken.