De morele armoede van de juridische plicht

Geschreven door Tonko van Leeuwen op 01-11-2015

“Ze vluchten niet van iets, ze worden getrokken náár iets.” 
-          Patrick van Schie 


De morele armoede van de juridische plicht  


De kranten en het nieuws staan er vol mee, en politici worstelen om hun standpunt te vinden. Nederland is in de ban van de vluchtelingencrisis. Een humanitaire crisis van formaat, die week na week het nieuws beheerst, waarvan het einde niet in zicht is, en die langzaam lijkt te leiden tot een tweesplitsing van de samenleving. Bent u voor, of tegen de vluchtelingenopvang? Allemaal welkom, of grenzen dicht? Alleen GroenLinks, D66, en de PVV hebben weinig moeite met het kiezen en formuleren van hun standpunt hierover. GroenLinks en D66 maken zich hard voor goede opvang en snelle integratie, terwijl de PVV er geen doekjes om windt dat wat hen betreft idealiter de grenzen per direct dicht gaan, en we uit het Schengenverdrag stappen.   

Daar waar de VVD Tweede Kamerfractie worstelt met een plan van aanpak, en zich nog bekommert om de achterban, coalitiepartner, en het electoraat, heeft directeur Patrick van Schie van de Teldersstichting (het wetenschappelijk bureau van de VVD) al wel een duidelijk standpunt geformuleerd, en dat ook toegelicht in een interview met EenVandaag op 9 oktober. “Het zijn migranten, geen vluchtelingen,” is de kern van het verhaal van van Schie, wat vervolgens onderbouwd wordt aan de hand van het VN Vluchtelingenverdrag.     

“Ze komen vrijwel allemaal via veilige landen ons land binnen, meestal Turkije. Als ze daar zijn aangekomen, hoeven ze niet meer voor hun leven te vrezen en kunnen ze door de VN worden erkend als vluchteling. Is dat het geval, dan kunnen ze vervolgens worden verdeeld over andere landen en worden opgenomen. Dat geldt dus niet voor mensen die op eigen houtje hierheen komen. Dan geldt niet het Vluchtelingenverdrag.”   

Juridisch klopt het wat van Schie zegt. Er is inderdaad een ‘veilig derde land’-beginsel in het asielrecht, en binnen de EU is dat geregeld in de Dublinverordening waar eerder dit jaar veel over te doen was. Er is dus geen juridische plicht voor Nederland om al die vluchtelingen te helpen. Maar betekent dat dan ook dat we daadwerkelijk al die bussen vol met vluchtelingen terug naar het eerste veilige land waar ze vandaan kwamen moeten sturen?   
Los van enige erkenning van de logistieke nachtmerrie en gebrek aan opvangcapaciteit waar landen in de regio en/of op de route naar noordwest Europa mee te maken hebben, ontbreekt er voornamelijk een moreel aspect in het standpunt van van Schie. Een hardlinerhouding, gebaseerd op de juridische plicht, maar die geheel voorbij gaat aan de mogelijke morele plicht.   

Patrick van Schie vertegenwoordigt het zesjes-kamp binnen de vluchtelingencrisis. Niet meer doen dan absoluut noodzakelijk; stug iedereen wijs maken dat een zesje een zesje is, en dat dit gewoon voldoende is; maar stiekem voelt het niet goed. De morele armoede die naar voren komt bij een standpunt puur gericht op de juridische plicht is verontrustend.   De juridische plicht is de ondergrens – voor de meesten van u gaat (hopelijk) de morele plicht echter veel verder, ongeacht uw politieke voorkeur. Uiteraard is deze morele plicht hoogstpersoonlijk, en de reikwijdte ervan dus voor iedereen anders. Ik durf echter wel te stellen dat niemand zijn morele plicht zou beschrijven als even gering en beperkt als zijn juridische plicht. Ter illustratie, een ondergrens die door de wet wordt gesteld als het gaat om de plicht tot helpen is te vinden in art. 450 Sr., een ‘overtreding betreffende hulpbehoevenden’. De wet stelt in dit geval het niet helpen van iemand die in ogenblikkelijk levensgevaar verkeert strafbaar, zolang het verschaffen van hulp zonder gevaar voor uzelf kan plaatsvinden. Als u het dán zelfs nalaat om te hulp te schieten bent u ook nog eens pas daadwerkelijk in overtreding “indien de dood van de hulpbehoevende volgt”.   

Dit is een absolute ondergrens. Die absolute ondergrens heet toevallig de juridische plicht, maar het moge duidelijk zijn dat dit weinig met het opleggen van gedragsregels te maken heeft, en meer een kwestie van normaal fatsoen is. En daar waar de juridische plicht ophoudt, gaat de morele plicht verder. Wat als er sprake is van gevaar, maar geen levensgevaar? Schiet u dan niet te hulp? Of er is sprake van ogenblikkelijk levensgevaar, maar te hulp schieten is niet geheel risicoloos voor uzelf. Is uw respons dan, “Nee, sorry, maar hier was geen sprake van een juridische plicht, dus hier lig ik ook niet wakker van vanwege een morele plicht. Van mij mag u geen hulp verwachten zodra ik zelf een paar kleerscheuren op kan lopen.”? De absurditeit van dit soort scenario’s geven aan dat het (in het algemeen) wel goed zit met de morele plicht. Tuurlijk schiet u te hulp, ook als er geen sprake is van ogenblikkelijk levensgevaar.   

Maar waarom, als het zo evident moreel fout is als het om individuen gaat, vinden we het dan wel acceptabel om ons te verschuilen achter het voldoen aan de juridische plicht zodra het om grotere groepen gaat? De juridische plicht tot opvang van vluchtelingen zoals bepaald in het VN Vluchtelingenverdrag is namelijk ook minimaal en een absolute ondergrens.   

Er is misschien geen juridische plicht om de vluchtelingen op te vangen en te helpen, maar dat betekent niet automatisch dat er geen plicht is. Bepalingen in de relevante verdragen zorgen er inderdaad voor dat Nederland geen wettelijke verplichting heeft om een groot deel van de vluchtelingen hier op te vangen. Maar de morele plicht is er naar mijn oordeel wel. Gezien de omvang van de vluchtelingenstroom, de onveiligheid in de regio waar ze vandaan komen, en het gebrek van landen rond de rand van Europa om goede opvang te regelen, heeft Nederland de morele plicht om deze mensen te helpen. Deze vluchtelingen zijn er dusdanig aan toe, dat de kloof tussen de juridische en morele plicht klein is. Veel inlevingsvermogen, empathie, en naastenliefde is niet vereist om in te zien dat deze mensen onze hulp en opvang verdienen. En als men dat kleine beetje empathie wel op kan brengen, dan is er dus een morele plicht om die opvang te regelen, en om onze medemens weer zo snel mogelijk het uitzicht te geven op een normaal leven.   

Patrick van Schie hekelt het gebruik van de term vluchtelingen, want, “het gebruik van de term ‘Vluchtelingen’ is framing door mensen die pleiten voor ruimhartige opvang.” “Ze willen naar Duitsland, Zweden en Nederland, vanwege wat wij hier te bieden hebben. Ze willen niet naar Litouwen of Slovenië -ook veilige EU landen. Ze vluchten niet van iets, ze worden getrokken náár iets.” Ik acht echter juist het niet erkennen van de morele plicht, en het proberen te beïnvloeden van het maatschappelijk debat puur vanwege een gebrek aan juridische plicht een retorische slimmigheid (c.q. framing) om een vluchtelingenstandpunt te verdedigen dat erg veel lijkt op dat van de PVV.   

Vluchtelingen kunnen geen visum aanvragen en een rechtstreekse vlucht naar Schiphol pakken. Simpelweg alleen al omdat de ambassade is gesloten[1]. Dit, in combinatie met het het ‘veilige derdeland’-beginsel, zorgt ervoor dat het beleid wat Patrick van Schie voorstelt de facto een ‘wij laten geen vluchtelingen toe’-beleid is. Maar om dat zoals de PVV ook zo te verwoorden, daar acht de Teldersstichting zichzelf waarschijnlijk te beschaafd voor. Dat moreel besef is er nog wel.       

[1] Ministerie van Buitenlandse Zaken. (2012). Nederlandse Ambassade Damascus dicht [Persbericht]. https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/minister... - See more at: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/minister...

Terug naar nieuwsoverzicht