Ja-knikkers gezocht
Elk
wetsvoorstel is tegenwoordig een flinke kluif voor de regering. De fiscalisten
onder ons hadden de voorstellen voor de nieuwe belastingplannen nog maar net
doorgelezen, of het bericht kwam al weer binnen dat GroenLinks de btw-verhoging
niet ziet zitten, waardoor het hele plan weer op losse schroeven staat. Stevig
aan de weg timmerend als
rising star
binnen de Haagse kaasstolp was Jesse 'Snotneus' Klaver zondagavond op menig
beeldbuis te zien. Maar de reden waarom het dwarsliggen van GroenLinks van zo'n
belang is, is niet vanwege de fractie waar Klaver voorzitter van is. De
aandacht is er vanwege die andere
GroenLinks fractie, die na de meest recente verkiezingen een grote rol van
betekenis speelt; de Eerste Kamer fractie van GroenLinks.
Nederland heeft
een tweekamerstelsel, bestaande uit een senaat en de volksvertegenwoordiging;
de Eerste en Tweede Kamer. De Tweede Kamer wordt rechtstreeks door ons
verkozen, en heeft dus een grote mate van democratische legitimiteit. Dit ontbreekt
enigszins bij de Eerste Kamer, wat in beginsel niet zo erg is. De afgelopen periode, en vooral
de prognoses voor de nabije toekomst, laten echter zien dat er een verandering
dient te komen in de rol van de Eerste Kamer.
De Eerste
Kamer zou eigenlijk moeten fungeren als een
chambre
de réflection, waar vooral aandacht is voor de formeel juridische kanten
van wetgeving, en die dankzij bedachtzame, wijze senatoren het systeem in
balans kunnen houden tegenover de
'fickleness and passion' te vinden in de
Tweede Kamer. Op het moment klampt Nederland echter vast aan een kamerstelsel dat
niet aansluit bij de huidige politieke realiteit.
Wetten
behandeld door de Eerste Kamer zijn al door de Tweede Kamer goedgekeurd. Het
democratisch proces heeft dus al plaatsgevonden wat betreft de totstandkoming.
En daar waar van de Eerste Kamer wordt verwacht dat er vooral op haalbaarheid
en deugdelijkheid van de wet wordt gelet, is dat momenteel niet het geval. Het
dwarsliggen van GroenLinks in de Eerste Kamer, voordat er überhaupt een
wetsvoorstel is, laat zien dat de Eerste Kamer tegenwoordig alles behalve
apolitiek is.
In het huidige
politieke klimaat doen partijen er alles aan om zoveel mogelijk invloed te
hebben op het politieke proces. Er wordt dus ook niet moeilijk gedaan over het
gebruiken van de invloed c.q. zetels in de Eerste Kamer om dit te bereiken, ook
al druist dit tegen het eigenlijke doel van de Eerste Kamer in. De reflecterende, bedachtzame
senator is momenteel ver te zoeken, en zwicht meestal voor de druk vanuit de
partij. En gebeurt dat voor de verandering niet, dan is het meteen
alarmcode rood en groot nieuws, zoals eind vorig jaar met de zorgwet van
Schippers, die sneuvelde dankzij drie recalcitrante PvdA-senatoren. Opmerkelijk
is ook het feit dat in de zoektocht naar een meerderheid in de Eerste Kamer, er
voornamelijk overleg en onderhandelingen plaatsvinden tussen de partijtoppen
uit de Tweede Kamer. De hiërarchie, en verbondenheid, moge duidelijk zijn.
De urgentie
wat betreft het hervormen van de Eerste Kamer komt ook door het altijd maar
verder versplinterende politieke landschap. In een precaire periode waar
Nederland op economisch vlak net weer de weg omhoog heeft gevonden, heeft men
behoefte aan een regering met daadkracht, die de nodige stevige maatregelen kan
nemen. Er blijft echter weinig over, behalve een futloos compromis, als de
coalities steeds groter worden, met steeds meer partijen. En met de huidige
overvloed aan kleine fracties, worden de compromissen alleen maar futlozer en
futlozer. Op de korte termijn is dit vooral een praktisch bezwaar. De Eerste
Kamer hindert momenteel de mogelijkheden van de regering om wetten in te voeren
die nodig zijn om de economie weer op gang te helpen, dan wel het broze herstel
te waarborgen, doormiddel van bijvoorbeeld een nieuw belastingstelsel.
Het steeds
maar moeten zoeken naar een ad-hoc meerderheid in de Eerste Kamer is echter ook
ideologisch onwenselijk. Ook de volgende regeringspartijen zullen genoodzaakt
zijn om een breed spectrum aan Eerste Kamer fracties tevreden te stellen. Wat zich zal voordoen is dat er
dan in het belang van het compromis en de consensus sommige thema's niet eens
besproken worden. Christelijke en seculiere partijen staan vaak
lijnrecht tegenover elkaar over onderwerpen zoals euthanasie, abortus, het
homohuwelijk, etc. etc. Echter, om een wetsvoorstel door de versplinterde
Eerste Kamer te krijgen zal vaak steun van beide kanten vereist zijn, waardoor
gevoelige onderwerpen vermeden zullen worden.
De Tweede
Kamer heeft het primaat qua wetgeving, mede vanwege hun directe link met de
kiezer. Echter, ook al is er een duidelijke meerderheid voor een voorstel in de
Tweede Kamer, kan dat voorstel sneuvelen dankzij het dwarsliggen van een marginale
partij met 2 à 3 zetels in de Eerste Kamer. Mocht het huidige kabinet echter
vallen door een dergelijke crisis, schiet men er niks mee op. De Eerste Kamer
blijft namelijk zitten, en zal ook voor het volgende kabinet een blok aan het
been zijn.
De Eerste
Kamer functioneert niet meer naar behoren, en vervult niet meer haar rol zoals
bedoeld. Dit vereist dan ook een grondige aanpak en wijziging. Het politieke, maar vooral het
partijgebonden, element van de Eerste Kamer is op geen enkele manier meer een
toevoeging aan het wetgevingsproces, en zou dus ook geminimaliseerd moeten
worden.
An sich is er niks mis
met een senaat dat nog eens rustig wetsvoorstellen beoordeelt, en de
juridische-technische kant kritisch bekijkt. Maar om de huidige problematiek te
herstellen en voorkomen moeten alle senators wellicht apolitieke, deugdzame
juristen zijn; daar lopen er vast nog wel wat van rond in Leiden.