Eén van de meer in het oog springende problemen rondom een internationaal antwoord op de Russische invasie van Oekraïne is
het feit dat Rusland een vetorecht heeft in de Veiligheidsraad van
de Verenigde Naties. Het VN-handvest kent aan de Veiligheidsraad
de primaire ‘verantwoordelijkheid voor de handhaving van de
internationale vrede en veiligheid’ toe, waaronder ook het recht
om ‘harde’ maatregelen (zoals militair optreden of sancties) onder
Hoofdstuk VII van het Handvest te nemen.1 De vijf permanente
leden van de Veiligheidsraad – Rusland, China, de Verenigde
Staten, het Verenigd Koninkrijk, en Frankrijk – hebben elk een
veto over deze besluiten. Als gevolg van deze constructie kon
Rusland een voorliggende resolutie die de Russische inval in
Oekraïne zou hebben veroordeeld, vetoën.2
Het vetorecht van de permanente leden strekt zich niet uit tot álle besluiten van de Veiligheidsraad: procedurele beslissingen
kunnen genomen worden met een meerderheid van negen
van de vijftien leden, ongeacht hun status als permanent
lid.3 Dit betekende bijvoorbeeld dat de Russische stem tégen
Resolutie 2623 (2022) op 27 februari4 niet in de weg stond aan
het aannemen van die resolutie, omdat het een procedurele
kwestie betrof waarbij de voorliggende zaak naar de Algemene
Vergadering werd verwezen onder de ‘Uniting for Peace’-
procedure.5 De Algemene Vergadering nam op haar beurt op 2
maart met een overweldigende meerderheid een resolutie aan
waarin de invasie werd veroordeeld.6 De mogelijkheden van
de Algemene Vergadering om deze resolutie af te dwingen zijn
echter zeer beperkt. In dit artikel zal ik een aantal mogelijkheden
onderzoeken om van de patstelling in de Veiligheidsraad af te
komen – om te concluderen dat ze geen van alle een serieuze
optie zijn.
Het VN-Handvest vereist dat leden van de Veiligheidsraad zich onthouden van stemmen, wanneer het voorliggende
besluit gaat over een geschil waar zij partij bij zijn.7
Deze verplichting is echter beperkt tot geschilbeslechting
door de Veiligheidsraad onder Hoofdstuk VI van het
Handvest, dat gaat over vreedzame geschilbeslechting;
besluiten over internationale vrede en veiligheid onder
Hoofdstuk VII – met andere woorden, ‘harde actie’ – zijn
niet onderworpen aan de verplichting zich te onthouden
van stemmen.
Een andere manier om met Rusland ‘af te rekenen’ in dit geval – zij het niet de meest subtiele – zou zijn om
Rusland onder artikel 6 van het Handvest uit te stoten uit
de VN vanwege voortdurende schending van de in het
Handvest vervatte beginselen. De VN zou niet de eerste
internationale organisatie zijn die zo’n actie onderneemt:
de Raad van Europa schorste Rusland daags na de
invasie als lid8 en stootte het vervolgens volledig uit als
lid van de Raad.9 Uitstoting uit de VN kan echter alleen
gebeuren door de Algemene Vergadering op voordracht
van de Veiligheidsraad10 – en in die Veiligheidsraad heeft
Rusland uiteraard een vetorecht. De nogal radicale optie
om het Handvest te amenderen en de verwijzing naar het
Russische lidmaatschap van de Veiligheidsraad compleet
te verwijderen kampt met hetzelfde probleem: artikel
108 van het Handvest, waarin de amendementsprocedure
is geregeld, vereist uitdrukkelijk dat alle amendementen
van het Handvest worden geratificeerd door tweederde
van de leden, waaronder alle vijf permanente leden van
de Veiligheidsraad.
Is Rusland überhaupt lid van de VN?
Allicht de meest creatieve optie om het Russische veto
te omzeilen is om vast te stellen dat Rusland eigenlijk
überhaupt geen lid van de Verenigde Naties en de
Veiligheidsraad is. Deze suggestie werd aangedragen door
onder andere de Oekraïense permanent vertegenwoordiger
bij de VN, Sergiy Kyslytsya11, maar ook door voormalig
Amerikaans ambassadeur in Rusland Michael McFaul12
en de internationale-betrekkingenexpert Ian Hurd.13 De kern van het argument is een letterlijke lezing van artikel 23 lid 1 van het VN-Handvest, dat luidt: ‘De
Republiek China, Frankrijk, de Unie van Socialistische
Sovjetrepublieken, het Verenigd Koninkrijk van GrootBrittannië en Noord-Ierland en de Verenigde Staten van
Amerika zijn permanente leden van de Veiligheidsraad.’
De kwestie die hier in het oog springt is uiteraard dat
de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken al sinds
december 1991 niet meer bestaat, en dat het Handvest
sindsdien niet is bijgewerkt om dat mee te nemen (los
daarvan is er nog de kwestie van de verwijzing naar
de Republiek China, maar dat is iets geheel anders).
Kyslytsya bepleitte bij de Algemene Vergadering op 28
februari dat het Russische lidmaatschap van de VN niet
legitiem is, omdat de Algemene Vergadering nooit heeft
gestemd over de toelating van de Russische Federatie
tot de VN na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in
december 1991.14
In plaats van de opvolging van de USSR te regelen door een verdrag of een VN-resolutie stuurde Boris Jeltsin,
de president van de Russische Federatie – het grootste
land binnen de quasi-federale structuur van de USSR –
eenvoudigweg een brief naar de secretaris-generaal van
de VN op 24 december 1991 (één dag voordat Gorbatsjov
in een speech het einde van de USSR aankondigde en
de Sovjetvlag op het Kremlin werd vervangen door de
Russische driekleur) dat ‘het lidmaatschap van de Unie van
Socialistische Sovjetrepublieken in de Verenigde Naties,
inclusief de Veiligheidsraad en alle andere organen en
organisaties van het VN-systeem, wordt voortgezet door
de Russische Federatie (RSFSR) met steun van de landen
van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten’.15
Geen enkel ander lid van de VN – ook niet Oekraïne,
dat zelf al sinds 1945 een lid van de VN was – maakte
bezwaar tegen deze voortzetting van het lidmaatschap;
de Protocollen van Alma-Ata, die in december 1991 door
de meeste voormalige Sovjetrepublieken (waaronder
Oekraïne) werden ondertekend, gaven uitdrukkelijk
steun aan de Russische voortzetting van het lidmaatschap
van de USSR.16
In tegenstelling tot wat sommigen hebben gesuggereerd, is dit zeker niet ongebruikelijk: Zoals Schermers en
Blokker uiteenzetten is het deel van een staat dat
het merendeel van het oude grondgebied omvat na
een splitsing doorgaans het deel dat wordt gezien
als de internationaalrechtelijke opvolger, ook binnen
internationale organisatie.17 Dit gebeurde bijvoorbeeld
bij het uiteenvallen van de Verenigde Arabische
Republiek, de eenheidsstaat van Egypte en Syrië, in 1961, waarbij Egypte het lidmaatschap voortzette; bij de afscheiding van Singapore van Maleisië in 1969,
waarbij Maleisië het lidmaatschap voortzette; en bij het
uiteenvallen van Servië en Montenegro in 2006, waarbij
Servië het lidmaatschap voortzette. In al deze gevallen
werd de staat die het grootste deel van het voormalige
territorium in zich had erkend als de opvolger, en moest
de kleinere staat apart worden toegelaten tot de VN. Dat
de Russische Federatie het lidmaatschap van de USSR
voortzette zonder aparte stemming over de toelating is
dus geheel in lijn met de staande praktijk binnen de VN.
Oekraïne zelf is bovendien nooit met zoveel woorden
toegelaten tot de VN na het uiteenvallen van de USSR:
zoals voormalig assistent-secretaris-generaal voor
juridische zaken Larry Johnson opmerkte, heeft de staat
‘Oekraïne’ toen eenvoudigweg het VN-lidmaatschap
voortgezet van de ‘Oekraïense Socialistische
Sovjetrepubliek’ die in 1945 was toegelaten.18
Een consistent en uniform gebruik
Maar ook zonder een formele regeling inzake de opvolging van de USSR binnen de Verenigde Naties zou een lezing van het Handvest, die erop neerkomt dat de Russische Federatie uit de Veiligheidsraad wordt
gezet, ingaan tegen ruim dertig jaar van zeer consistente
praktijk binnen de VN. In het advies inzake Legal
Consequences for States of the Continued Presence of
South Africa in Namibia (South West Africa) uit 1971
werd het Internationaal Gerechtshof geconfronteerd
met een argument van Zuid-Afrika19 dat Resolutie 284
(1970) van de Veiligheidsraad, waarin het advies van het
Hof werd verzocht, niet geldig was omdat de resolutie
was aangenomen zonder de instemming van alle vijf
permanente leden (het Verenigd Koninkrijk en de USSR
hadden zich onthouden van stemming, net als Polen).20
Artikel 27 lid 3 van het VN-Handvest vereist expliciet
dat voor resoluties van de Veiligheidsraad (procedurele
besluiten daargelaten) ‘negen leden, waaronder zich de
permanente leden bevinden, vóór stemmen’. De ZuidAfrikaanse stelling dat Resolutie 284 niet had kunnen
worden aangenomen – omdat onthouding van stemmen
niet hetzelfde is als vóór stemmen – was wat dat betreft
dus geheel in lijn met de letterlijke tekst van het Handvest.
Het Hof oordeelde echter dat ‘de besluiten van de Veiligheidsraad over een lange periode’ uitwezen dat de Veiligheidsraad ‘het gebruik dat een permanent lid zich
vrijwillig onthoudt van stemmen consistent en uniform
heeft geïnterpreteerd als niet in de weg staande aan
het aannemen van resoluties’ en daarom ‘algemeen is
geaccepteerd door leden van de Verenigde Naties en bewijs
is van een algemene praktijk van die Organisatie’.21
Een ‘consistente en uniforme’ interpretatie door de
Veiligheidsraad van haar eigen werkwijze, zelfs als deze
in strijd is met de letterlijke tekst van het Handvest, kan
dus worden geaccepteerd als geldend recht.
Er is zonder enige twijfel een consistente en uniforme praktijk geweest binnen de Veiligheidsraad en alle
andere organen van de Verenigde Naties om de Russische
Federatie te beschouwen als de rechtmatige voortzetting
van de Sovjet-Unie – een praktijk waartegen, voor zover
ik kan zien, geen enkele ander staat inclusief Oekraïne
zich in de afgelopen dertig jaar heeft verzet. Een voorstel
om deze lezing van de relevante bepalingen van het
Handvest, in overeenstemming met de praktijk inzake
staatsopvolging binnen de VN en indertijd gesteund door
de andere staten die uit het uiteenvallen van de SovjetUnie tevoorschijn kwamen, in één keer op zijn kop te
zetten door een ‘creatieve’ interpretatie van het Handvest
zou elk laatste beetje stabiliteit in het VN-systeem
ondermijnen.
Tot besluit
Ik voel mij genoodzaakt op te merken dat niets in dit artikel bedoeld is om op enige wijze de Russische invasie
van Oekraïne te rechtvaardigen. De invasie is zonneklaar
een daad van agressie en een flagrante schending van het
VN-Handvest en menige andere regel van internationaal
recht. Suggesties om Rusland uit de Veiligheidsraad te
zetten zijn echter niet alleen juridisch ongegrond en niet
behulpzaam, maar leiden af van andere manieren waarop
het internationaal recht Oekraïne en de Oekraïense
bevolking daadwerkelijk zou kunnen helpen. Ja, het VNsysteem is op veel wijzen dysfunctioneel – dat wil niet
zeggen dat we het moeten opblazen in een poging het te
redden.
Een eerdere versie van dit artikel is verschenen op Leiden Law Blog
1. Art. 24 lid 1 Handvest.
2. ‘Security Council Fails to Adopt Draft Resolution on Ending
Ukraine Crisis, as Russian Federation Wields Veto’ (SC/14808),
United Nations 25 februari 2022, un.org.
3. Art. 27 lid 2 Handvest.
4. Resolutie 2623 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (27
februari 2022), UN Doc S/RES/2623.
5. De grondslag hiervoor is Resolutie 377A(V) van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties (3 november 1950), Uniting for
peace, UN Doc A/5/377A.
6. Resolutie ES-11/L.1 van de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties (2 maart 2022), Aggression against Ukraine, UN Doc A/ES11/L.1.
7. Art. 27 lid 3 (slot) Handvest.
8. Besluit CM/Del/Dec(2022)1426ter van het Comité van Ministers
van de Raad van Europa (25 februari 2022), Situation in Ukraine
– Measures to be taken, including under Article 8 of the Statute of
the Council of Europe; Resolutie CM/Res(2022)1 van het Comité
van Ministers van de Raad van Europa (2 maart 2022), Legal and
financial consequences of the suspension of the Russian Federation
from its rights of representation in the Council of Europe.
9. Resolutie CM/Res(2022)2 van het Comité van Ministers van de
Raad van Europa (16 maart 2022), Cessation of the membership of
the Russian Federation to the Council of Europe.
10.Art. 6 Handvest.
11. ‘United Nations Stands with People of Ukraine, Secretary-General
Tells General Assembly, Stressing ‘Enough Is Enough’, Fighting Must
Stop, as Emergency Session Gets Under Way’ (GA/12404), United
Nations 28 februari 2022, un.org.
12. Michael McFaul (@McFaul), Twitter 6 maart 2022, https://
twitter.com/McFaul/status/1500513751967039490.
13. I. Hurd, ‘Ian Hurd: Read the words as they appear — Russia
is not a member of the United Nations Security Council’, Chicago
Tribune 28 februari 2022.n 18.
14. I. Hurd, ‘Ian Hurd: Read the words as they appear — Russia is not
a member of the United Nations Security Council’, Chicago Tribune
28 februari 2022.
15. Geciteerd in Y.Z. Blum, ‘Russia Takes Over the Soviet Union’s
Seat at the United Nations’, EJIL (3) 1992, afl. 2, p. 354-362, hier p.
356 (vert. JvdR).
16. ‘Decision by the Council of Heads of State of the Commonwealth
of Independent States’, 21 december 1991, ILM (31) 1992, p. 151,
punt 1.
17. H.G. Schermers & N.M. Blokker, International Institutional Law.
Unity within Diversity, Leiden: Brill Nijhoff 2018, par. 105.
18. L.D. Johnson, ‘United Nations Response Options to Russia’s
Aggression: Opportunities and Rabbit Holes’, Just Security 1 maart
2022, justsecurity.org.
19. IGH 21 juni 1971, Legal Consequences for States of the
Continued Presence of South Africa in Namibia (South West Africa)
notwithstanding Security Council Resolution 276 (1970), ICJ Rep.
1971, p. 16, § 21.
20. Resolutie 284 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (29
juli 1970), UN Doc S/RES/284.
21. Resolutie 284 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (29
juli 1970), UN Doc S/RES/284.