De Digital Services Act: een goed voornemen, maar voor wie?

Geschreven door Hadassah Drukarch op 11-12-2020

De feestdagen staan weer voor de deur, voor velen het hoogtepunt van het jaar. Zoals het populaire kerstlied van Andy Williams luidt, 'it’s the most wonderful time of the year', zo blijkt uit de nieuwste kwartaalcijfers van techreuzen Apple, Amazon, Facebook en Google, en de daarop gebaseerde omzet voorspellingen voor het laatste kwartaal van het jaar dat ook zij de wintermaanden vol enthousiasme tegemoet gaan.[1] Terwijl de dominantie van deze techreuzen meer dan ooit ter discussie wordt gesteld, laten de meest recente cijfers en voorspellingen zien dat het ze nog altijd voor de wind gaat. Hoewel zij er keer op keer ongenadig van langs krijgen, in een toenemend tempo rechtszaken tegen hen worden aangespannen en inmiddels ook beteugelende wetgeving wordt gepresenteerd, roept dit bij mij een vervolgvraag op: wie profiteert hier uiteindelijk daadwerkelijk van?

Van een ‘slordig’ zooitje sympathieke start-ups tot ongekend bedreigende monopolisten

De eerste twee decennia van de 21ste eeuw zullen de geschiedenisboeken ingaan als een periode waarin een nieuw tijdperk in de verdere ontwikkeling van het kapitalisme werd ingeluid – een ontwikkeling van verbijsterende schaal en met overweldigende gevolgen. Techreuzen, waaronder Apple, Amazon en Microsoft, gingen het derde decennium van de 21ste eeuw tegemoet als ‘s werelds eerste miljardenbedrijven[2] en inmiddels is ruim tachtig procent van het wereldwijde bedrijfsvermogen in handen van slechts tien procent van alle bedrijven wereldwijd.[3] Eens bekend als een ‘slordig’ zooitje sympathieke start-ups met een idealistisch doel voor ogen, groeiden de nu met bewondering en gelijktijdig wantrouwen aanschouwde techgiganten uit tot een zooitje alles-bedreigende monopolisten.

Het valt niet te betwisten dat de afgelopen twintig jaar in het teken hebben gestaan van innovatie en disruptie. De inmiddels beruchte techreuzen droegen hier in aanzienlijke mate aan bij middels de door hen ontwikkelde digitale platforms. Digitale platforms vormen een sterke motor voor innovatie en spelen een belangrijke rol in de digitale samenleving en economie van Europa.[4] Ze bestrijken een breed scala aan activiteiten, waaronder digitale marktplaatsen, sociale media, creatieve content fora, appstores, prijsvergelijkingswebsites en zoekmachines.[5] Deze platforms hebben aanzienlijke voordelen opgeleverd voor de consument, het concurrentievermogen van de industrie en in het kader van verdere innovatie en (burger)participatie, evenals verregaande efficiëntieverbeteringen binnen de Europese interne markt - de wereld werd ineens een stuk ‘kleiner’ en dat bood allerlei geheel nieuwe kansen en mogelijkheden om te profiteren van internationale handel.[6] Zoals het bekende gezegde echter luidt, ‘elk voordeel heeft zijn nadeel’, zo geldt ook hier dat deze op massale schaal plaatsvindende digitalisering een hele reeks nieuwe risico’s in het leven heeft geroepen voor zowel de individuele burger als ook voor de samenleving als geheel en daarmee aanleiding heeft gegeven tot bezorgdheid.

Terwijl techreuzen steeds groter werden, heeft de rest van de economie geleden. In de afgelopen twee decennia, toen big tech ondernemingen in toenemende mate terrein wonnen, is meer dan de helft van alle publieke ondernemingen verloren gegaan.[7] Onze economie is aanzienlijk meer geconcentreerd geraakt en zowel het ondernemerschap als ook de bedrijfsdynamiek zijn afgenomen. Bovendien heeft een kleine groep digitale platforms controle verkregen over de toegang tot en kunnen zij dankzij hun macht aanzienlijke invloed uitoefenen op het digitale platform ecosysteem en daar blijft het niet bij. Inmiddels lijkt er namelijk meer op het spel te staan dan alleen oneerlijke concurrentie - met de dramatische toename van desinformatie en fake news, mogelijk gemaakt door deze digitale platforms, lijkt ook onze democratie onder het monopolistische bewind van techgiganten te lijden.

Hoewel techgiganten in de eerste jaren van de eeuwwisseling nagenoeg ongestoord hun concurrentiepositie konden versterken, kapitaal konden uitbreiden en machtspositie binnen de samenleving konden vergroten, met alle gevolgen van dien, zijn zij in de loop der tijd in toenemende mate onder vuur komen te liggen. Het tegengeluid dat afkomstig is uit verschillende hoeken van de wereld en vanuit verschillende lagen van de samenleving wordt steeds luider en ook de politiek schroomt inmiddels niet meer om kritische vragen te stellen en beteugelende maatregelen te introduceren. Tot op heden blijft het in het kader hiervan echter veelal enkel bij woorden en blijken de veelal schaarse stappen vaak onvoldoende om de zich voordoende problematiek op een effectieve wijze aan te pakken. Dit doet mij wederom een vraag opwerpen: wie durft de volgende stap te zetten?

Tegengeluid is er in overvloed, maar wie durft de volgende stap te zetten?

De indrukwekkende kwartaalcijfers en voorspellingen van big tech ondernemingen komen op een moment waarop in de Verenigde Staten, Europa en China de zorgen over de macht van techreuzen toeneemt. Zo publiceerden de Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden begin oktober van dit jaar een 450-pagina’s tellend rapport waarin wordt bepleit dat big tech ondernemingen te machtig zijn geworden en dat tegen deze ontwikkeling maatregelen dienen te worden genomen. Kort daarop volgde een aanklacht van het Amerikaanse ministerie van Justitie tegen Google dat volgens het departement een monopolie op de zoekmachinemarkt zou hebben verworven.[8] In Europa ligt Google al langer onder het vergrootglas van de mededingingsautoriteiten. In 2019 werd de techgigant voor een bedrag van bijna anderhalf miljard euro beboet door de Europese Commissie voor het verstoren van concurrentie op de online advertentiemarkt, in 2018 kreeg zij een recordboete van € 4,34 miljard opgelegd voor machtsmisbruik en een jaar eerder moest zij een 2,42 miljard euro boete betalen voor het voortrekken van Google Shopping binnen de eigen zoekmachine.[9] Ondertussen is er ook een onderzoek gaande naar de marktmacht van Facebook vanuit het Federal Trade Commission [10] en ook Amazon lijkt niet te kunnen ontkomen aan een gelijksoortige behandeling. In november 2020 kondigde de Europese Commissie aan juridische stappen te zullen nemen tegen Amazon, omdat het bedrijf twee petten tegelijk draagt - die van verkoper, enerzijds, en exploitant van een marktplaats, anderzijds - en daarmee de Europese mededingingsregels heeft geschonden.[11]

Daar de uitkomsten van dergelijke rechtszaken in het verleden weinig resultaat lijken te hebben behaald, is intussen vanuit de politiek in toenemende mate vraag naar sterke wettelijke regulering. Wegens de sterke politieke verdeeldheid in de Verenigde Staten lijken rigoureuze wetswijzigingen vanuit het Congres op basis van het gepubliceerde rapport vooralsnog zeer onwaarschijnlijk. Al bij de presentatie van het betreffende onderzoek bleek dat deze geen formaliteit zou worden en waar de Democraten en Republikeinen in de zomer van 2019 nog collectief aan het onderzoek begonnen, is het uiteindelijke resultaat daarvan enkel door de Democraten ondertekend. In China en Europa lijkt een ietwat andere houding te zijn aangenomen. Begin november heeft de Chinese regering, hoewel nog niet definitief, nieuwe voorschriften opgesteld om concurrentieverstorend gedrag door big tech ondernemingen tegen te gaan[12] en ondertussen worden ook in Brussel de laatste loodjes gelegd voor een pakket maatregelen dat de macht van techbedrijven moet inperken en waarvan de verwachting is dat de ontwikkelde voorstellen al in december 2020 worden gepresenteerd.

De Digital Services Act: een stap in de goede richting?

In haar politieke richtlijnen heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, aangegeven zich volledig in te zullen zetten voor de verbetering van de aansprakelijkheids- en veiligheidsregels voor digitale platforms, diensten en producten en voor de voltooiing van de digitale interne markt.[13] Hiertoe werkt de Europese Commissie aan nieuwe richtlijnen, de zogeheten ‘Digital Services Act’ (‘DSA’), en het overkoepelende ‘Digital Services Act package’.

Het huidige wettelijke kader van toepassing op digitale dienstverlening is afkomstig uit de E-commerce richtlijn (Richtlijn Elektronische handel 2000/31/EG) en dateert uit het jaar 2000. Sindsdien vormt deze richtlijn de fundamentele hoeksteen voor de regulering van digitale diensten in de EU. In de afgelopen twintig jaar is de wereld echter op drastische wijze en met ongekende snelheid veranderd en deze aanhoudende ontwikkeling en verandering zal zich naar alle waarschijnlijkheid ook in de toekomst voortzetten. De E-commerce richtlijn bevat te weinig handvatten en mogelijkheden om in te spelen op deze digitale ontwikkelingen, met name wegens de daarin opgenomen beperkte aansprakelijkheid voor tussenpersonen en het verbod op algemene toezichtverplichting.[14] Daar het huidige wettelijke kader aldus onvoldoende blijkt te zijn om de digitale interne markt te voltooien en individuen en kleinere partijen voldoende bescherming te bieden bij het gebruik van digitale platforms en het concurreren met techreuzen, is het van belang dat dit kader op een passende wijze wordt gemoderniseerd om zo de veiligheid van gebruikers te waarborgen en om innovatieve digitale bedrijven een gelijke kans te geven om te groeien.[15] Bovenop de recentelijk geïntroduceerde Europese regelgeving op dit vlak, zal de DSA in het kader van de realisatie van voornoemd doel op Europees niveau een aanvullende bijdrage leveren.

Hoewel het ten tijde van het schrijven van dit artikel nog enigszins speculeren is hoe de DSA inhoudelijk precies zal worden vormgegeven, lijkt het naar aanleiding van de in september 2020 afgeronde consultatieronde en een daaropvolgende tweet van Owen Bennet, lobbyist van Mozilla in Brussel, duidelijker te zijn wat we mogen verwachten. Er zou sprake zijn van een circulerend Europees raamwerk van mogelijkheden om in te grijpen - variërend van licht naar zwaar. Zo wordt gepleit voor een soepelere aansprakelijkheid voor de beheerders van digitale platforms en een sterkere controle op hetgeen zij daarop toelaten.[16] Daarnaast wordt onder meer nagedacht over de verplichte afdracht van data door dominante partijen aan kleinere concurrenten, de verstrekking van meer en beter inzicht in het datagebruik van consumenten en, in het kader daarvan, de invloed en werking van algoritmen. Bovendien wordt nagedacht over de mogelijkheid om techreuzen, of in ieder geval de op Europa gerichte onderdelen daarvan, verplicht op te splitsen en over de mogelijkheid om een algeheel verbod in te stellen op toetreding tot de Europese markt, indien een dergelijk entree verstorend zou werken.[17]

Terwijl de Europese Commissie met de ontwikkeling van de DSA wederom een stap zet richting een sterker gereguleerde Europese digitale interne markt, roept dit bij mij de vraag op of een dergelijke stap eigenlijk wel in de goede richting wordt gezet? De in de DSA vervatte regels zullen namelijk naar alle waarschijnlijkheid gevolgen hebben voor alle aanbieders van digitale diensten, niet alleen voor de inmiddels beruchte techreuzen. Daarnaast zou de introductie van de DSA ertoe kunnen leiden dat vrijheden op het internet in toenemende mate aan banden gelegd zullen worden, wat niet enkel in het nadeel van techreuzen maar ook van individuen en kleinere concurrenten zou kunnen zijn. Bovendien is het maar zeer de vraag hoe lang het zal duren voordat de nieuwe regels in de EU-lidstaten zullen worden geïmplementeerd en daadwerkelijk in werking zullen treden en of en in hoeverre de beoogde regelgeving überhaupt effectief zal blijken. Techreuzen hebben er namelijk belang bij dat hun marktpositie en vrijheden zo min mogelijk worden aangetast en beschikken ook over de macht en middelen om de bescherming daarvan, al dan niet middels inmenging van de mondiale politieke macht, af te dwingen.

Nieuw jaar, nieuwe kansen?

Terwijl de maand december het eind van het jaar inluidt, kondigt zij tegelijkertijd het begin van een nieuw jaar aan en bij elk nieuw jaar horen uiteraard ook goede voornemens. Wat dit betreft lijkt de Europese Commissie een goed moment te hebben uitgekozen om de DSA te presenteren. Zij lijkt daarmee een poging te wagen om de monopolistische macht van techreuzen aan banden te leggen en krijgt hiermee de mogelijkheid om zowel de dynamiek van onze economie alsook de toekomst van onze democratie verder vorm te geven. Dat dit een uiterst gewaagde stap is, mag niet als een verrassing komen. In wiens voordeel dit goede voornemen uiteindelijk zal zijn en of en in hoeverre dit initiatief ook daadwerkelijk effectief zal zijn, zal echter nog moeten blijken. Voor nu alvast fijne feestdagen en een gelukkig nieuwjaar toegewenst!

1. N. Kasteleijn, ‘De omzet van big tech blijft toenemen, de discussie over hun macht ook’, NOS 30 oktober 2020.
2. J. Owens, ‘The tech giants dominated the decade. But there is still time to rein them in’, The Guardian 25 december 2019.
3. R. Foroohar, Don’t Be Evil: The Case Against Big Tech, Londen: Allen Lane 2019.
4. Europese Commissie, ‘Online Platforms’, ec.europa.eu 2 juni 2020. 
5. Idem.
6. Idem.
7. Foroohar 2019.
8. Idem 1.
9. ‘Amerikaanse justitie klaagt Google aan voor machtsmisbruik’, NOS 20 oktober 2020.
10. Idem 1.
11. Europese Commissie , ‘Antitrust: Commission sends Statement of Objections to Amazon for the use of non-public independent seller data and opens second investigation into its e-commerce business practices’ (Press Release IP/20/2077, 10 november 2020).
12. ‘China legt techreuzen als Alibaba en Tencent aan banden’, RTL Nieuws 10 november 2020.
14. R. van de Laak, ‘De Digital Services Act: strengere regels voor hosters en platformen?’, ICTRecht 13 oktober 2020.
15. Europese Commissie, ‘The Digital Services Act package’, ec.europa.eu 22 juni 2020.
16. Idem 13.
17. P. Olsthoorn, ‘Washington roept om Big Tech wetgeving, Brussel maakt die', Netkwesties 11 oktober 2020.

Bron afbeelding: Europese Commissie

Terug naar nieuwsoverzicht