Stoïcijnen, hedonisten, Cassandra’s en een enkele Socraat
Over vier soorten
reizigers in Amerikaanse hostels
Het afgelopen semester heb ik gestudeerd in de staat
Connecticut in de VS. Nu is
het semester afgelopen en ga ik op reis binnen de States. Er zijn in essentie twee manieren om dit te doen.
Couchsurfen is de eerste, waarbij je gebruik maakt van gastvrijheid van
particulieren die nog wel een slaapplaatsje vrij hebben. De andere, en daar heb
ik voor gekozen, is om van hostel naar hostel te reizen. Zo maak je meer vrienden
en contacten, dacht ik. Ongelijk had ik niet. Het is mij echter opgevallen dat
het publiek in de Amerikaanse hostels zich tamelijk makkelijk laat stereotyperen,
en wel in vier groepen: stoïcijnen, Hedonisten, Cassandra’s en (in de
minderheid) Socraten. Graag wijd ik de rest van dit artikel aan een wat
gedetailleerdere uitwerking van dit onderscheid.
Stoïcijnen
‘Stoïcijnen’
zijn de types die om 11 uur aan hun laatste wijntje zitten voor ze naar bed
aan. Liefst lezen ze een boek, of staren ze wat wezenloos voor zich uit.
Kijk uit, deze mensen vooral niet wekken uit hun winterslaap! Ze zullen
verstoord naar je kijken en zich afvragen waarom je een gesprek met ze begint.
“Dat doe je toch niet!” Hun hostelleven bestaat uit vroeg opstaan, intensief de
stad of het gebied bezoeken waar ze zijn, en met de kippen op stok. Mocht het
je overigens wél lukken om een gesprek met hen te beginnen, hebben ze vaak een
vrij interessant verhaal. Misschien dus tóch de moeite waard om het zo nu en
dan te proberen.
Stoïcijnen zijn naar mijn inzicht in de meerderheid in de
Amerikaanse hostels. Vooral oudere mensen maken zich ‘schuldig’ aan deze hostellevensstijl.
Het is ook het makkelijkst, want het vereist niet al te veel contact.
Hedonisten
De tweede groep die je veel ziet in hostels zijn de
zogenaamde ‘hedonisten’.
Zij vormen de tegenpool van de stoïcijnen: vaak in groepen, grijpen zij elke mogelijkheid aan om een
feestje te bouwen. Over het algemeen is dit vrij vrolijk en gezellig
volk. Schrik dus vooral niet terug om af en toe een biertje met hen te drinken.
Omgang met hen brengt echter twee risico’s met zich mee. Ten eerste zijn zij
oppervlakkig – dat wil zeggen: waar mogelijk vermijden zij diepgaande
conversaties en persoonlijke gesprekken. Wie enige zingeving zoekt is bij hen
dus aan het verkeerde adres. De tweede valkuil? Zij hanteren meritocratische
omgangsnormen: je bent voor hen alleen interessant als je ‘cool’ bent. Zit je
een dag lekker in je vel? Toppie, je hoort erbij. Ben je een dag wat minder
feestelijk of extravert? Zoek aub andere vrienden; een verstoring van de
feestsfeer wordt niet gewaardeerd.
Cassandra’s
Voor de benaming ‘Cassandra’s’ ben ik misschien wat
verantwoording schuldig – zeker tegenover hen die niet zo thuis zijn in de
Griekse mythologie. Cassandra was de dochter van koning Priamos in de Trojaanse
oorlog als beschreven in Homeros’ Ilias.
Zij had een gave, maar ook een vloek. Enerzijds kon zij de toekomst voorspellen
(een vrij zeldzame gave). Daartegenover stond echter dat niemand in haar
geloofde als ze weer eens een voorspelling deed. Wat ze ook zei; niemand luisterde
naar haar.
Naar mijn idee is dit een syndroom waar veel reizigers ook
mee schijnen te kampen. Hangend
op de hostelbank of in een hoek zittend met een biertje zoeken zij wanhopig een
gesprekspartner om hun levenstheorieën aan te presenteren. Triest ergens
wel. Maar begrijpelijk. Iedereen heeft iemand nodig om naar zijn of haar
levensverhaal te luisteren. En als dat niet bij (goede) vrienden kan, dan maar
bij willekeurige hotelgasten.
Socraten
Omgang met Cassandra’s kan deprimerend en wat vermoeiend
zijn, maar het heeft ook een positieve kant: Cassandra’s zijn ten minste bereid
tot zinnige dialoog. Dat de dialoog soms eerder tot een monoloog verwordt is
jammer, maar daar zijn ze Cassandra’s voor. Er is echter een vierde (relatief
kleine) groep waarbij deze dialoog echter wél tweerichtingsverkeer is: de Socraten.
Het is een aloude gespreksvorm: de Socratische methode. Met
een beperkt aantal mensen met de beste intenties probeer je het antwoord te
vinden op de moeilijke vragen des levens. Van politiek tot levenswijsheid. Van
sport tot religie. Alles komt aan bod. De dialoog op zich is het doel – en
wijsheid het product ervan. Bijna krampachtig heb ik gezocht naar mensen die
deze dialogen met mij aan wilden gaan. En ik heb ze gevonden, al waren ze zeer
gering in nummer. Tussen
de stoïcijnen, hedonisten en Cassandra’s in vind je soms een eenzame Socraat,
in zijn nobele tocht naar de waarheid.
‘De beste soort
mens’?
Alhoewel het bovenstaande artikel natuurlijk een sterke
voorkeur toont voor het ‘Socratische’ soort mens, heb je alle vier de types min
of meer nodig. De eerste soort mens, de stoïcijnse, is erg goed in het afbreken
van je trots (oud Grieks: ὕβρις). Studenten en andere jongelui hebben de neiging zichzelf
grandioos te overschatten, de stoïcijnse mens laat je weer in je schoenen lopen
door niet te snel van je onder de indruk te zijn. Hedonisten leren je de
feestelijke kant van het leven kennen, die er zeker is en ook niet moet worden
ondergewaardeerd. Cassandra’s? Ach, die zijn gewoon aandoenlijk. Bovendien zijn
wij allen zelf wel eens Cassandra’s – als we ergens mee zitten en het gewoon
even kwijt moeten. Het zou flauw zijn anderen hierop af te straffen.
Waarom hecht ik dan zoveel waarde aan de idee van de Socratische
mens? Vrienden, zit er niet een intrinsieke pracht in het doorgronden en
begrijpen van dingen? Willen
wij niet ons leven ten dienste stellen aan de zoektocht naar de waarheid? In ieder geval is dit het
belangrijkste wat wij moeten doen als studenten, me dunkt.
Gefeliciteerd, EL CID’ers; u bent gearriveerd in de hemel (of voor u: de hel?)
die de universiteit heet, waar kennis boven al gaat!