Stoïcijnen, hedonisten, Cassandra’s en een enkele Socraat

Geschreven door Maurits Helmich op 12-08-2015

Stoïcijnen, hedonisten, Cassandra’s en een enkele Socraat

Over vier soorten reizigers in Amerikaanse hostels     


Het afgelopen semester heb ik gestudeerd in de staat Connecticut in de VS. Nu is het semester afgelopen en ga ik op reis binnen de States. Er zijn in essentie twee manieren om dit te doen. Couchsurfen is de eerste, waarbij je gebruik maakt van gastvrijheid van particulieren die nog wel een slaapplaatsje vrij hebben. De andere, en daar heb ik voor gekozen, is om van hostel naar hostel te reizen. Zo maak je meer vrienden en contacten, dacht ik. Ongelijk had ik niet. Het is mij echter opgevallen dat het publiek in de Amerikaanse hostels zich tamelijk makkelijk laat stereotyperen, en wel in vier groepen: stoïcijnen, Hedonisten, Cassandra’s en (in de minderheid) Socraten. Graag wijd ik de rest van dit artikel aan een wat gedetailleerdere uitwerking van dit onderscheid.  

Stoïcijnen
‘Stoïcijnen’ zijn de types die om 11 uur aan hun laatste wijntje zitten voor ze naar bed aan. Liefst lezen ze een boek, of staren ze wat wezenloos voor zich uit. Kijk uit, deze mensen vooral niet wekken uit hun winterslaap! Ze zullen verstoord naar je kijken en zich afvragen waarom je een gesprek met ze begint. “Dat doe je toch niet!” Hun hostelleven bestaat uit vroeg opstaan, intensief de stad of het gebied bezoeken waar ze zijn, en met de kippen op stok. Mocht het je overigens wél lukken om een gesprek met hen te beginnen, hebben ze vaak een vrij interessant verhaal. Misschien dus tóch de moeite waard om het zo nu en dan te proberen. Stoïcijnen zijn naar mijn inzicht in de meerderheid in de Amerikaanse hostels. Vooral oudere mensen maken zich ‘schuldig’ aan deze hostellevensstijl. Het is ook het makkelijkst, want het vereist niet al te veel contact.  

Hedonisten
De tweede groep die je veel ziet in hostels zijn de zogenaamde ‘hedonisten’. Zij vormen de tegenpool van de stoïcijnen: vaak in groepen, grijpen zij elke mogelijkheid aan om een feestje te bouwen. Over het algemeen is dit vrij vrolijk en gezellig volk. Schrik dus vooral niet terug om af en toe een biertje met hen te drinken. Omgang met hen brengt echter twee risico’s met zich mee. Ten eerste zijn zij oppervlakkig – dat wil zeggen: waar mogelijk vermijden zij diepgaande conversaties en persoonlijke gesprekken. Wie enige zingeving zoekt is bij hen dus aan het verkeerde adres. De tweede valkuil? Zij hanteren meritocratische omgangsnormen: je bent voor hen alleen interessant als je ‘cool’ bent. Zit je een dag lekker in je vel? Toppie, je hoort erbij. Ben je een dag wat minder feestelijk of extravert? Zoek aub andere vrienden; een verstoring van de feestsfeer wordt niet gewaardeerd.  

Cassandra’s
Voor de benaming ‘Cassandra’s’ ben ik misschien wat verantwoording schuldig – zeker tegenover hen die niet zo thuis zijn in de Griekse mythologie. Cassandra was de dochter van koning Priamos in de Trojaanse oorlog als beschreven in Homeros’ Ilias. Zij had een gave, maar ook een vloek. Enerzijds kon zij de toekomst voorspellen (een vrij zeldzame gave). Daartegenover stond echter dat niemand in haar geloofde als ze weer eens een voorspelling deed. Wat ze ook zei; niemand luisterde naar haar. Naar mijn idee is dit een syndroom waar veel reizigers ook mee schijnen te kampen. Hangend op de hostelbank of in een hoek zittend met een biertje zoeken zij wanhopig een gesprekspartner om hun levenstheorieën aan te presenteren. Triest ergens wel. Maar begrijpelijk. Iedereen heeft iemand nodig om naar zijn of haar levensverhaal te luisteren. En als dat niet bij (goede) vrienden kan, dan maar bij willekeurige hotelgasten.  

Socraten
Omgang met Cassandra’s kan deprimerend en wat vermoeiend zijn, maar het heeft ook een positieve kant: Cassandra’s zijn ten minste bereid tot zinnige dialoog. Dat de dialoog soms eerder tot een monoloog verwordt is jammer, maar daar zijn ze Cassandra’s voor. Er is echter een vierde (relatief kleine) groep waarbij deze dialoog echter wél tweerichtingsverkeer is: de Socraten. Het is een aloude gespreksvorm: de Socratische methode. Met een beperkt aantal mensen met de beste intenties probeer je het antwoord te vinden op de moeilijke vragen des levens. Van politiek tot levenswijsheid. Van sport tot religie. Alles komt aan bod. De dialoog op zich is het doel – en wijsheid het product ervan. Bijna krampachtig heb ik gezocht naar mensen die deze dialogen met mij aan wilden gaan. En ik heb ze gevonden, al waren ze zeer gering in nummer. Tussen de stoïcijnen, hedonisten en Cassandra’s in vind je soms een eenzame Socraat, in zijn nobele tocht naar de waarheid.  

‘De beste soort mens’?
Alhoewel het bovenstaande artikel natuurlijk een sterke voorkeur toont voor het ‘Socratische’ soort mens, heb je alle vier de types min of meer nodig. De eerste soort mens, de stoïcijnse, is erg goed in het afbreken van je trots (oud Grieks: ὕβρις). Studenten en andere jongelui hebben de neiging zichzelf grandioos te overschatten, de stoïcijnse mens laat je weer in je schoenen lopen door niet te snel van je onder de indruk te zijn. Hedonisten leren je de feestelijke kant van het leven kennen, die er zeker is en ook niet moet worden ondergewaardeerd. Cassandra’s? Ach, die zijn gewoon aandoenlijk. Bovendien zijn wij allen zelf wel eens Cassandra’s – als we ergens mee zitten en het gewoon even kwijt moeten. Het zou flauw zijn anderen hierop af te straffen.
Waarom hecht ik dan zoveel waarde aan de idee van de Socratische mens? Vrienden, zit er niet een intrinsieke pracht in het doorgronden en begrijpen van dingen? Willen wij niet ons leven ten dienste stellen aan de zoektocht naar de waarheid? In ieder geval is dit het belangrijkste wat wij moeten doen als studenten, me dunkt. Gefeliciteerd, EL CID’ers; u bent gearriveerd in de hemel (of voor u: de hel?) die de universiteit heet, waar kennis boven al gaat!

Terug naar nieuwsoverzicht