Vrijwel iedereen is het erover eens dat het totalitarisme dé ramp van de twintigste eeuw
was, zowel in zijn fascistische (nazistische) als
in zijn communistische (stalinistische) variant.
Vele miljoenen mensen zijn vermoord, vele
miljoenen hebben jarenlang honger geleden en
in permanente angst geleefd. Vele miljoenen
hebben ook, vaak jaren achtereen, slavenarbeid
verricht in kampen. Gelukkig is het allemaal
voorbij en leven we, althans in het Westen, in
een tijdperk van vrijheid en mensenrechten.
Toch zijn er ook mensen - steeds meer als ik me niet vergis - die zich serieus zorgen
maken over een hernieuwde opkomst van het
totalitaire denken. Politiek links denkt daarbij
- het zal niet verrassen - aan het fascisme, of
aan wat ‘extreem-rechts’ wordt genoemd en
in de buurt van het fascisme wordt gesitueerd.
Politiek rechts denkt daarentegen - ook dat is
niet verrassend - aan het communisme, dat
wil zeggen aan het Marxisme-Leninisme, en
aan allerlei ideologieën die daaraan verwant
zijn, maar de klassenstrijd vervangen door de
rassenstrijd, of de strijd tussen de geslachten,
of tussen de mens en de natuur. Zijn genoemde
parallellen er werkelijk of is het inbeelding?
Om op die vragen een enigszins steekhoudend antwoord te kunnen geven, moeten we om te beginnen de aard of het
wezen van het oorspronkelijke totalitarisme onderzoeken.
Als we Hitler-Duitsland vergelijken en Stalin-Rusland,
welke wezenlijke overeenkomsten zien we dan? In
de eerste plaats natuurlijk een tweetal ideologieën die
fundamenteel verschillen, maar daarin overeenkomen dat
zij beide één specifieke groep aanwijzen als voornaamste
vijand van de mensheid - respectievelijk de Joden en de
bourgeoisie. Beide vinden ook dat deze vijand te vuur
en te zwaard moet worden bestreden. Beide hebben
uit dien hoofde een uitgebreid stelsel van arbeids- en
vernietigingskampen opgezet, waarin de vijand te gronde
werd gericht.
Dus als het antisemitisme weer in de lucht zit of een radicaal anti-markt denken zich breed maakt dat alle
schuld geeft aan de ‘kapitalisten’, dan moeten we echt op
onze hoede zijn, want dan zijn er inderdaad parallellen
met vroeger. Dat is duidelijk.
Maar zijn deze fenomenen de enige waar we op moeten letten? Ik denk het niet. Een nieuwe totalitaire ideologie
hoeft namelijk niet persé de Joden of de bourgeoisie in het
vizier te nemen. Ze kan net zo goed een andere groep als
vijand en zondebok zien: de immigranten; de Afrikanen;
de ‘witte’ man; mannen in het algemeen; of de mens
in het algemeen, het kankergezwel dat Moeder Aarde
vernietigt. Ik vermoed dat we wel kunnen stellen dat
iedere manicheïstische ideologie, die de wereld indeelt in
enerzijds de goeden en anderzijds de kwaden, die in een
eschatologische strijd verwikkeld zijn, in aanleg totalitair
is. Er zingen op dit moment zeker een half dozijn van
dergelijke ideologieën rond…
Voor een adequaat begrip van het totalitarisme kan echter niet worden volstaan met een analyse van de rol
die ideologie speelt. De betreffende ideeën moeten ook
worden verwerkelijkt. Dat kan het beste door middel van
de staat, de machtigste organisatievorm die ooit door
mensen is bedacht. Vandaar dat een totalitaire ideologie
ook altijd gepaard gaat met een verlangen naar en een
roep om de totale staat. Dat wil zeggen een staat die geen
onderscheid maakt tussen het politieke enerzijds en het
sociale - de sfeer van onderneming en ‘middenveld’- en
private - de sfeer van huis en gezin - anderzijds, maar zich in alle maatschappelijke sferen bevoegd acht als hoogste regelgever en handhaver. Met andere woorden:
overal waar de staatssfeer grotelijks expandeert en ook
de sociale en private sfeer steeds meer binnentreedt en
reguleert, is sprake van een totalitaire tendens.
Men kan er in die gevallen zeker van zijn dat er achter deze expansie ook een totalitaire ideologie schuil gaat.
Een ‘gewone’ tirannieke machtswil - zoals die van
Saddam Hoessein of Idi Amin - gaat nooit zover dat ze de
gehele samenleving naar zijn hand wil zetten. Het gaat de
klassiek tiran er louter om persoonlijk een heerlijk leven
te leiden. Alleen ideologisch gedrevenen gaan zover dat
ze de hele samenleving willen veranderen en dus alles en
iedereen in de gaten menen te moeten houden.
Als we nu, gewapend met deze theoretische reflecties, een blik werpen op de (Westerse) staat van onze tijd,
dan slaat de schrik om het hart. Want wat we zien, is
een staat die al decennia snel aan het expanderen is, in
die zin dat hij met zijn regelgeving meer en meer het
gehele sociale en private leven reguleert, controleert en
stuurt. De aloude grens tussen het politieke, het sociale
en het private is inmiddels zo sterk vervaagd dat ze
vrijwel onzichtbaar is geworden. De zelfregulering van
de sociale en de private sfeer is grotendeels vervangen
door staatsregulering. Onderneming, middenveld en
gezin zijn meer en meer veranderd van ‘autonome’
maatschappelijke sferen, met hun eigen ‘soevereiniteit’,
in sferen wier onafhankelijkheid zo sterk door de staat is
ingeperkt, dat men ze bijna als uitvoeringsorganen van de laatstgenoemde zou kunnen bestempelen. De Westerse staat anno nu krijgt, kortom, steeds meer het karakter van
een totalitaire staat.
Welke ideologie of ideologieën zitten daarachter en drijven dit proces aan? Laat ik dat bespreken aan de hand
van een paar actuele, concrete voorbeelden.
1. Christelijke, maar ook islamitische scholen verliezen een steeds groter deel van hun onafhankelijkheid. Ze
zijn steeds minder vrij in de keuze van personeel, van
leerlingen, van lesmateriaal en in de vaststelling van het
curriculum. Dat is omdat de powers that be deze scholen
niet vertrouwen. Naar hun idee worden de kinderen er
geïndoctrineerd in kwalijk gedachtengoed, wat niet
alleen deze kinderen schade berokkent, maar ook de
maatschappelijke vooruitgang belemmert.
Welke ideologie zit achter deze opvattingen? Het moderne, uit de Verlichting en de Romantiek stammende
individualisme of liberalisme, dat in de afgelopen decennia
steeds verder is geradicaliseerd en elke groepsvorming
- niet alleen scholen, maar ook het gehele middenveld
en het gezin - ziet als een mogelijke belemmering van
de individualiteit: de vrijheid te kunnen doen wat je wilt
en te kunnen zijn wie je bent. De staat moet daartegen
optreden. Dit radicale individualisme of liberalisme is
uitgesproken manicheïstisch: goed is wie liberaal denkt,
kwaad (of dom) zijn alle anderen, bovenal gelovigen.
2. Verplichte quota winnen steeds meer terrein. Eerst ging het alleen om het percentage vrouwen in raden
van commissarissen. Maar sinds die principiële horde
genomen is, is er geen houden meer aan. Vrijwel overal
is nu de heersende gedachte, afgedwongen door wet- en
regelgeving, dat de samenstelling van een groep min of
meer overeen dient te komen met het kwantitatieve aandeel
van die groep in de samenleving. Aanvankelijk ging,
zoals gezegd, de aandacht uitsluitend uit naar vrouwen,
maar inmiddels spelen tal van andere identiteitscriteria
ook een rol: autochtoon-allochtoon, huidskleur, seksuele
voorkeur, etc.
Dat deze verplichte quota strijdig zijn met de grondwettelijke vereniging en vergadering lijken
maar weinigen te beseffen of te kunnen schelen. Wat
de ontwikkeling aandrijft is een enthousiasme voor
de gelijkheid, dat zo groot is dat men er graag diverse
vrijheden voor opoffert. De achterliggende ideologie
is dus het, net als het liberalisme, uit de Verlichting en
de Romantiek stammende egalitarisme. Dit is steeds
verder geradicaliseerd. Waar het aanvankelijk pleitte
voor een gelijkheid voor de wet, en later voor gelijkheid
van kansen, daar eist het nu voor een gelijke uitkomst.
De staat moet ervoor zorgen. Deze en vergelijkbare
maatregelen gaan niet alleen ten koste van waar het
om zou moeten gaan - de kwaliteit -, maar noodzaken
bovendien een steeds uitgebreider en fijnmaziger tapijt
aan regels en controlemaatregelen van staatswege. Ook
het egalitarisme is sterk manicheïstisch: wie voor is,
is goed, wie bedenkingen heeft, is slecht. Bovenal wie
kwaliteit stelt boven gelijkheid.
Hier doemt een verrassend, om niet te zeggen verbijsterend beeld op. De ideologie die sedert de hoogtijdagen van het
oude totalitarisme geldt als tegendeel van het totalitarisme,
de liberale democratie, gebaseerd op de beginselen van
vrijheid en gelijkheid, lijkt ten grondslag te liggen aan de
contemporaine ontwikkeling van de staat in de richting
van een totalitaire staat. Een enorme paradox, die alleen
te verklaren is uit het feit dat zowel het vrijheids- als het
gelijkheidsbegrip steeds radicaler is en wordt uitgelegd.
Jede Konsequenz führt zum Teufel. Zo blijkt maar weer.
Tot slot: naast de ideologie van vrijheid en gelijkheid is in onze dagen nog een andere ideologie naar voren aan het
komen die zonder twijfel ook manicheïstisch is en zonder
twijfel ook de totale staat naderbij brengt: het ecologisch
of klimaatsdenken. Wat moet de staat niet allemaal
doen, in welke levenssferen moet de staat niet allemaal
ingrijpen, om het ecosysteem en het klimaat te redden.
En ook hier geldt: de goeden zijn voor. En de critici zijn
het kwaad.