Het huwelijk: een open norm?

Geschreven door Prof. dr. Andreas Kinneging op 03-11-2022

‘Een rechter in New York heeft … geoordeeld dat mensen met een polygame relatie dezelfde wettelijke bescherming moeten hebben als gehuwden.’ Aldus het Reformatorisch Dagblad van 11 oktober 2022. Het woord ‘polygaam’ is niet helemaal juist, want dat slaat op een huwelijk tussen één man en meerdere vrouwen. Her RD had natuurlijk moeten schijven: ‘polyamoureus’. Want het gaat om relaties tussen meerdere personen, wat hun geslacht ook is.‘Rechter Karen May Bacdayan schrijft “dat de tijd is aangebroken” dat liefdesrelaties tussen meer dan twee personen gelijkgesteld moeten worden aan de wettelijk erkende relatie tussen twee personen. .. “Wat in 1989 normaal was, is niet meer maatgevend voor onze tijd.”

Laten we, voordat we hier een oordeel over vellen, eerst proberen het te begrijpen. Waar komen de ideeën van rechter Bacdayan vandaan? Hoe komt het dat ze meent deze conclusie te moeten trekken?

Het komt omdat ze, net als de meeste andere mensen anno nu, een moderne visie heeft op goed en kwaad. Wat is goed? De vrijheid om te kunnen doen wat men wil. Wat iemand doet, hoe iemand zijn leven inricht, is geheel zijn zaak. Welke opvatting men zelf ook heeft over wat te doen en hoe te leven, men mag niemand ervan weerhouden zijn leven in te richten op de wijze die hem goeddunkt, ook al staat die haaks op wat men zelf prefereert. Want alle levenswijzen zijn in principe gelijkwaardig. Regels die één levensstijl privilegiëren boven andere zijn verkeerd, maar ook sociale druk -negatief commentaar, uitlachen etc.- die iemand een bepaald richting induwt. Dat alles is kwaad.

Nu doen we de meeste dingen in ons leven niet alleen. Hoe moet de mens, vanuit het moderne perspectief, samenwerken? Op basis van het zojuist genoemde principe: men dient vrij te zijn te doen wat men wil en dus ook om samen te werken met wie men wil. Omdat die vrijheid voor iedereen gelijkelijk geldt, komt er dus samenwerking tot stand als twee of meer personen willen samenwerken. En niet als één persoon het wil, maar de ander(en) niet. Samenwerking mag niet worden afgedwongen. Het moet een vrije wilsbeslissing, een vrije keuze, zijn van alle betrokkenen.

Wat is het huwelijk, op grond van deze beginselen? Een vorm van samenwerking. Die is goed als de betrokkenen het willen. Zo gezien is er dus geen reden om het huwelijk te beperken tot personen van verschillend geslacht. Maar ook niet tot twee personen. Er is vanuit dit gezichtspunt niets tegen een huwelijk tussen meerdere personen, om het even van welk geslacht. Zoals er ook niets is tegen een tijdelijk huwelijk; van één nacht, van een jaar of van een decade. Als -en zolang-alle betrokkenen ermee instemmen, is het moreel in orde. Is het huwelijk tegen de zin van een betrokkene dan is het gedwongen en dus een kwaad. En als iemand een bestaand huwelijk niet meer wil, dan is het goed dat het wordt ontbonden.

Zo gezien is het dus helemaal niet verwonderlijk dat rechter Bacayan nu met genoemd oordeel komt. Integendeel, het lag in de lijn der verwachting, omdat het inherent is in de moderne wijze van denken over goed en kwaad.

Waarom hebben Christenen en andere gelovigen zo veel moeite met deze wijze van denken? Omdat de christelijke opvatting over goed en kwaad van geheel andere, ja tegenovergestelde aard is. De eigen wil geldt, zoals we zojuist gezien hebben, in het moderne denken als hoogste criterium voor wat te doen en hoe te leven. ‘Wat wil ik?’ geldt als belangrijkste vraag aan onszelf, ‘Wat wil je?’ als belangrijkste vraag aan een ander. Voor het Christendom -evenals voor de andere wereldreligies- is die eigen wil juist de kern van het probleem. Het Gebed van de Heer zegt: ‘Uw wil geschiede’. En dus niet de mijne. Met andere woorden: wij dienen Gods wil na te volgen en niet onze eigen wil. Het de eigen wil navolgen is niet iets goeds, zoals in de moderne opvatting, maar juist de kern van het kwaad. Het staat gelijk aan het zichzelf op Gods Troon zetten. Zo gezien is goed handelen, goed leven niet een gevolg van (kunnen) doen wat men zelf wil, maar het navolgen van wat God wil en niet van wat men zelf wil.

Wat is Gods wil? Hoe kunnen wij Gods wil kennen? Uit twee bronnen: de Heilige Schrift enerzijds. Een de scheppingsorde anderzijds, dat wil zeggen de wereld zoals ze aan de mens kenbaar is met de rede.

Wat zeggen de Heilige Schrift en de scheppingsorde over het huwelijk? Daarover bestaat in de gehele geschiedenis van het Christendom -evenals die van de overige wereldreligies- geen verschil van mening. Wat veelzeggend is, omdat over de meeste andere zaken de meningen behoorlijk uiteenlopen. Het huwelijk is door God bedoeld als de levenslange verbintenis (samenwerking) tussen één man en één vrouw. En wel omdat het primair bedoeld is om samen kinderen te maken en op te voeden. Dat kunnen alleen een man en een vrouw samen. Het ideaal is als maagd het huwelijk in te gaan en gehuwd blijven tot de dood van één van beiden. En samen kinderen te krijgen -zo veel mogelijk- en op te voeden.

Aan dit ideaal wordt vaak niet helemaal voldaan door de mens. Dat is de gebrokenheid van het menselijk bestaan, die voor een groot deel te wijten is aan zijn eigen tekortkomingen. Dat moeten we accepteren, maar maakt het tekortschieten nog niet tot iets goeds. Evenmin als het iets afdoet aan het ideaal, dat het dikwijls niet helemaal verwerkelijkt wordt.

Dit alles heeft met de eigen wil van de mens niets te maken. Het staat boven die wil. ‘Uw wil geschiede en niet de mijne.’ Het streven moet er dus op gericht zijn, vanuit dit perspectief, de eigen wil te conformeren aan Gods wil. Anders gezegd: de eigen wil onder te ordenen aan Gods wil.

Zo gezien is een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht, of tussen meer dan twee personen, of een tijdelijk huwelijk en wat verder op dat gebied nog maar te verzinnen valt, een voorbeeld van het de eigen wil navolgen in plaats van die van God en dus zichzelf op Gods Troon zetten. Een kwaad dus.

Wat precies is hoe de christelijke overtuiging er uitziet vanuit het moderne perspectief: als een kwaad. Want zij laat in de ogen van de moderne opvatting de mens niet vrij te doen wat hij wil. Ze onderdrukt hem dus. En ze maakt een ongerechtvaardigd onderscheid tussen verschillende manieren van leven, die allemaal gelijkwaardig zijn. Hier staan dus twee mens- en wereldbeschouwingen recht, onverzoenlijk en onverzoenbaar tegenover elkaar. En zeker niet alleen wat betreft de kwestie van het huwelijk.

Of het nu gaat over prostitutie, porno en drugsgebruik; over abortus, euthanasie en zelfdoding/zelfmoord; over opvoeding en onderwijs; individu, gezin en familie; lering en vermaak; gezag en macht; democratie en theocratie; geest en materie; hemel en aarde: steeds staan de twee partijen weer onverzoenlijk tegenover elkaar.

Uiteindelijk gaat het erom welk van beide partijen gelijk heeft. Die moet ook gelijk krijgen. Maar in de praktijk is, gezien het feit dat dit dispuut voorlopig wel niet beslecht zal worden, net zo belangrijk zich af te vragen hoe de twee partijen vreedzaam met elkaar kunnen samenleven in deze ‘aardste stad’.

Dat gaat maar op één manier: decentralisatie van regelgeving en bestuur. Ophouden met te proberen één centraal vastgestelde lijn overal van bovenaf op te leggen en af te dwingen. Accepteren dat er in verschillende gebieden - gemeentes, regio’s, provincies, staten - andere wetten gelden dan in andere. En als men als persoon de geldende regels niet kan aanvaarden in het gebied waar men woont, te verhuizen naar een gebied waar regels gelden waar men zich wel in kan vinden. Het Amerikaanse Supreme Court heeft deze weg gekozen in zijn recente arrest Dobbs versus Jackson Women’s Health Organization. Het heeft, anders dan in de media is en wordt gesuggereerd, niet ‘het recht op abortus’ teruggedraaid, maar slechts vastgesteld dat het een zaak is voor elk van de vijftig Amerikaanse deelstaten zelf, middels de eigen wetgeving te bepalen in hoeverre abortus toegestaan is in de eigen staat. Dat is, dunkt me, de enige manier om ook in de toekomst vreedzaam te kunnen samenleven in een maatschappij, waarin de meningen over het onderwerp abortus zo uiteenlopen.

Abortus is echter, zoals we weten, niet de enige twistappel tussen de twee partijen. Er bestaan nog vele meer, waarvan de definitie van het huwelijk er één is.

Ik kijk dan ook met belangstelling uit naar wat het Supreme Court in de komende jaren zal doen met arrest Obergefell versus Hodges, uit 2015, waarin het huwelijk tussen twee personen van het gelijke geslacht tot een overal geldend grondrecht werd verklaard. En ik kijk uit naar hoe het Supreme Court zal oordelen over de uitspraak van mevrouw Bacdayan. Want die zal vroeg of laat wel aan dit hoge college van staat worden voorgelegd.

Terug naar nieuwsoverzicht


Meer artikelen uit Column prof. Kinneging

Het tekort aan kinderen

Column prof. Kinneging

Lofzang op de markt

Column prof. Kinneging

Academische vrijheid

Column prof. Kinneging

Classificatie en hokjesgeest

Column prof. Kinneging