‘‘Wat is uw belangrijkste karaktertrek?’

Enthousiasme en nieuwsgierigheid. Of enthousiaste nieuwsgierigheid.

‘Wat is uw favoriete eigenschap in anderen?’

Optimistische levenshouding en een open geest, dat vind ik heel belangrijk. Daar heb ik net een boek over gelezen van Steven Pinker, getiteld Enlightenment Now. Dat moet eigenlijk verplicht worden. Het is een belangrijk boek omdat de auteur het punt maakt dat we leven in een tijd die beter is dan ooit tevoren.

‘Aan welke eigenschap heeft u een hekel en wat is de meest overgewaardeerde deugd?’

Meelopersgedrag, huilen met de wolven in het bos. Matigheid en bescheidenheid.

‘Wat is de belangrijkste eigenschap van een jurist?’

Over wat voor soort jurist hebben we het dan? Ik zou zeggen dat een goede advocaat een mensenredder moet zijn. Een goede rechter moet een kalme scheidsrechter zijn. Iemand die jurist is bij de overheid moet fantasie hebben. Van juridische wetenschappers zijn er te weinig, daarnaast leiden we ze niet goed op. Dat zijn harde woorden, maar we kijken helemaal niet naar de verschijnselen van het recht. We oordelen al voordat we bevinden. We gebruiken in de rechtswetenschap veel te weinig empirie.

‘Wat is uw favoriete wet? Welke wet zou u het liefst afschaffen? En wat is uw favoriete arrest?’

De Wet raadgevend referendum is mijn favoriete wet en Art. 120 Grondwet zou ik het liefst afschaffen. Het Meerenberg-arrest uit 1879 kies ik als favoriete arrest.

‘Wat is uw favoriete bezigheid?’

Absoluut lezen. Ik werd er laatst door mijn vrouw op gewezen dat ik echt de hele dag lees. Als ik ergens ga zitten, in de trein bijvoorbeeld, ga ik altijd zitten lezen. Dat vind ik het leukste wat er is en ik begin het alleen nog maar leuker te vinden. Daarnaast beweeg ik graag, ik ben erg fanatiek in het hardlopen. Twee jaar geleden ben ik Nederlands kampioen marathon geworden.

‘Wie is uw favoriete schrijver?’

Marcel Proust. Ik heb daarover een column geschreven op mijn eigen website, getiteld Proust lezen (A la recherche les temps perdue). Zijn werk is zo verschrikkelijk geestig.

‘Welk fictieve personage bewondert u het meest?’

Daar moest ik lang over nadenken. Is de figuur die ik het meest bewonder, namelijk wel een fictieve figuur? Hij vond zelf van wel: de ik-figuur uit de roman Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust. Wat er zo goed aan is? Nou ja, gewoon alles, maar het meest bewonder ik de carrière-makende hoofdfiguur om zijn moed. Op een kruispunt in zijn leven moet hij kiezen: huil ik mee met de wolven in het bos die de ten onrechte voor spionage veroordeelde joodse officier Dreyfus niet wensen te rehabiliteren – goed voor mijn carrière? Of riskeer ik alles en durf ik me uit te spreken tegen dat onrecht (en laat ik ook zien dat ik half-joods ben)? En dat laatste doet hij als jong ventje – met de lelijke kans dat hij nergens meer welkom is en zijn schrijverscarrière kan vergeten. Iedereen zou Proust moeten lezen. Reuzelollig en herkenbaar.

‘Welk levend persoon bewondert u het meest?’

Willem Konijnenbelt, emeritushoogleraar Staats- en Bestuursrecht (Universiteit van Amsterdam, oud-lid Raad van State, wetgevingsadviseur, red.).

‘Wie uit de geschiedenis had u wel willen zijn?’ Ik zou weleens mee willen lopen met Cornelis Felix van Maanen. Hij was een patriot in 1795 die minister wordt onder Lodewijk Napoleon. Daar wordt hij er eerst uitgeschopt omdat hij geen geheime politie wil oprichten. In 1810, wanneer het Franse keizerrijk weer terugkomt, gaat hij het Conseil d’etat in. Dan stapt Willem-Frederik hier aan land, de latere koning Willem I, voor wie hij minister wordt. Hij blijft dan tot 1843 zitten. Dat was een hele stugge, autocratische man en ik ben benieuwd hoe hij zich door het leven sleepte. Wat gebeurde er allemaal om hem heen?

‘Welke historische figuren veracht u het meest?’

Best een rijtje en ook Koning Willem III.

‘Wat is uw voorstelling van de grootste ellende?’

De grootste ellende vind ik om in gesprekken te zitten waarin iedereen het met elkaar eens is, waar alleen maar clichés en platitudes worden uitgewisseld.

‘Wat is uw favoriete reis?’

Ik heb veel gereisd, dus: de reis naar huis. ‘De reis naar welkom geheten’ (zoals dichteres Elma van Haren dat noemt).

‘Wie is uw favoriete componist/ muzikant?’

Erik Satie (Franse componist en pianist (1866-1925), red.)

‘Wat is uw motto?’

‘Ben liever geen doetje met een slap motto als moetje’.